Perspectief 2021-56

2021-56 15 Leiders als sacramentele wegwijzers hogelijk gedetailleerde kwesties van individuele ethiek. De prediking, zelfs op termijn de godsdiensthandboeken, ging steeds vaker uitsluitend over moraal (Christus werd een ‘moreel voorbeeld’ met alle gevaren voor het navolgingsideaal), steeds minder over het menselijke ingebed zijn in een overstijgende levensbron, en al helemaal niet over genade. Het gevaar van deze versmalling is een religieus leiderschap dat niet vanuit bronnen spreekt, maar vanuit de vrees voor een toekomstig hypothetisch exces: wat als … De biografie van Glazemaker is op dit punt een eye-opener: een geestelijk leiderschap dat blijft achterom kijken, en zich aan bronnen en sacramenten blijft toevertrouwen is sterker en authentieker. Rest me nog dat andere punt, de titel van de bijeenkomst rond de biografie: geestelijk leiderschap als ‘gedeelde verantwoordelijkheid’. Voor een rooms-katholiek historicus was de lectuur van Glazemakers biografie boeiend, voor een Belgisch historicus roept het woordpaar reminiscenties op aan de Brusselse kardinaal L.J. Suenens, die consistent over ‘co-responsabilité’ sprak om een synodaal en collegiaal kerkbestuur te bevorderen. Dat leidde aan het eind jaren zestig tot enige frictie, maar nu op dit ogenblik een synode in voorbereiding is over synodaal bestuur, wordt Suenens’ verhaal onvoltooid verleden tijd. Het Romeinse reflectieproces plukt vandaag vruchten uit de synodale ervaring van de nietroomse kerken, en (aansluitend bij mijn openingswoorden) het putten uit ‘oude bronnen’. Dat is wat het Tweede Vaticaans Concilie toen het, tot vreugde van aartsbisschop Rinkel, de gedachte formuleerde van een minder centraal leiderschap. Die herbronning is des te meer interessant hier omdat ze naar de kern van kerkelijk leiderschap terugverwijst. De keuze voor minder centralisme was onlosmakelijk verbonden met een keuze voor minder accentuering van het ‘structurele en organisatorische’ element van de kerk. Het accent verschoof van recht en regels naar mysterie en genade. De term ‘sacramenteel participatie denken’ zou allicht passen hier. En zo komt andermaal het woord genade binnen, dan nu waar het over leiderschap gaat. Mede-verantwoordelijk leiderschap staat niet los van het sacramentele genadeleven, precies omwille van de gedachte dat de gemeenschap niet alleen een club is, een organisatiestructuur. Alles wel beschouwd is het – in de woorden van Glazemaker en Willebrands – de gemeenschap van gedoopten (voor de goede orde: de groep gedoopten is ruimer dan de aanwezigen in de zondagsliturgie, wat voor kerkelijk leiderschap geen detail lijkt). Sta me toe die

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=