Perspectief 2021-56

2021-56 13 Leiders als sacramentele wegwijzers biografisch spectrum zichtbaar, dat vandaag onverminderd tot inspiratie kan dienen voor de diverse gemeenschappen in kerkelijk Nederland. Dat punt, gemeenschap én bronnen, leidt me weer naar de boeiende reflectie van AnneMarie Foppen over Glazemakers leiderschap, en naar de kwestie van levensbeschouwelijke identiteit. De benadering van kerkelijk leiderschap door de bril van organisatiepsychologische theorievorming is zonder meer boeiend. Zij leverde vergezichten op die Glazemakers persoon overstijgen, en ze leverde vragen en gedachten op die ik als respondent graag neerleg – niet als kritiek, wel als aanvullend perspectief. De drievoudige typologie over klassiek, contextueel en groepsidentiteitsgebonden leiderschap overpeinzend, kwam ik als vanzelf weer bij de voormelde biografieën van de Utrechtse aartsbisschoppen uit, en met name bij een begrippencluster dat in beide levensverhalen op de voorgrond stond, en dat ik aan de analyse van religieus leiderschap wil toevoegen als iets fundamenteels-: ‘spiritualiteit’ en ‘sacramentaliteit’. Dàt deze twee in een psychologische analyse niet voorkomen is de logica zelve, het is tegelijk tekenend voor de gecompartimenteerde ontwikkeling die de reflectie op het levensbeschouwelijke heeft doorgemaakt in een verregaand geseculariseerde context. De relocatie van het zingevingsdenken naar pakweg sociologische, psychologische en filosofische terreinen heeft het exacte tegendeel meegebracht van wat de oude filologen in Alexandrië het vitium surreptionis noemden: het mee onder doorschuiven van een teveel aan begrippen en betekenislagen naar een ander gebied. Onze actuele verschuiving gaat gepaard met een achterlaten van begrippen, en die breng ik daarom graag weer in het debat. Om twee redenen: heel particulier denk ik dat het ‘leiderschap’ van figuren als Glazemaker, en ja ook Willebrands (een man die net in deze jaren overweeg zijn kardinaalstitel in te leveren om zich terug te trekken in een oecumenisch oratorium) niet te duiden valt zonder in te treden in de manier waarop ze hun eigen functioneren beschouwden. In bredere zin lijdt een reflectie die religieus leiderschap depriveert van spiritualiteit (en met name de sacramentele voeding daarvan) tot ontworteling. Omdat religies, geloofsgemeenschappen, kerken in de regel een zelfperceptie handhaven die wezen-lijk verschilt van ‘andere’ organisaties. Dat is geen detail, het handelen vanuit een spirituele bewogenheid en in de christelijke kerken, vanuit een sacramentele grond, bepaalt de essentie van de groepsidentiteit, of we nu de Rooms- of de Oud-Katholieke Kerk toebehoren, de

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=