Perspectief 2021-55

8 Prof. dr. Alfons Brüning Perspectief traditie als zonde opvat. De eerste zonde of oerzonde (niet de erfzonde, het Christelijk Oosten heeft de Augustijnse erfzondeleer nooit aanvaard) door de net geschapen Adam heeft dan ook eeuwenlang onheil gesticht. Pas het verlossingswerk van de mens geworden God Christus, die de zonde met alle gevolgen overwon, kon de relatie herstellen en het pad van “theosis”, van vergoddelijking werd opnieuw geopend. In de bekende woorden van de kerkvader Athanasius van Alexandrië heet dat: “God werd mens, zodat de mens God kon worden.” Voor de patristische, en nog voor de moderne Orthodoxe theologie relevante opvatting van de mens, is dus het onderscheiden tussen beeld en gelijkenis en de wezenlijke relatie van de mens met God is constitutief. Maar wat is dan noodzakelijk voordat de potentie van elke mens om een icoon van God te worden ook echt tevoorschijn komt? Een simpel antwoord volgt weer eens uit de Bijbelse voorschriften: Liefde voor God en liefde voor de mens. Meer concreet werd dat in de oudheid vaak vertaald naar een deugdzaam leven, gebed en deelname aan de Eucharistie en naastenliefde als medeleven met de armen, gevangenen en onderdrukten. Men moet hierbij zeggen dat de oude kerkvaders uiteraard niet een moderne conceptie van waardigheid hanteerden, laat staan van mensenrechten. De menselijke persoon was in elk geval bij hen nog geen juridisch concept. Waardigheid was – in verwerking van Romeinse, Griekse en vooral stoïsche voorbeelden – vaak een kwestie van moraliteit en deugdzaam leven, vooral in de hogere lagen van de samenleving waar “waardigheid” samenviel met “waardig gedrag”, “nobele afkomst”, maar ook politieke functies. Aan de andere kant heeft juist een consequente toepassing van het concept van “de mens als persoon”, dat geen uitzonderingen toeliet, de grond gelegd voor meer moderne en meer egalitaire opvattingen. Moderne adaptaties Tegen die achtergrond maken wij nu een sprong door de tijden heen. Moderne Orthodoxe auteurs hebben vooral sinds de 19e eeuw veel van het patristisch erfgoed op moderne voorwaarden toegepast. Dat was meestal in een productieve reactie op seculiere ideologieën zoals socialisme, nationalisme of liberalisme, dan ook op wetenschappelijke

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=