Perspectief 2021-55

6 Prof. dr. Alfons Brüning Perspectief (Voor een meer complexe visie, waarin het Oosters Christendom juist veel minder deficitair overkomt, hebben wij hier vooralsnog geen tijd.) De scheiding en aparte blik lijkt nog meer gerechtvaardigd als men zich realiseert dat de Oosterse christenen zich ook zelf vaak van het Westen wilden afzetten en, met name sinds de 19e eeuw, veel kritiek hebben geuit op het Westers mensbeeld. Naar mening van vooral Russische theologen en filosofen was het beeld van de mens in het Westen te individualistisch en tegelijk veel te statisch. Er was dus niet voldoende aandacht voor de mens als een sociaal en cultureel wezen en ook niet voor aspecten van ontwikkeling, zij het in moreel, zij het in cultureel opzicht. In korte woorden, waar het Westen inclusief de Westers Christelijke traditie het heeft over het geïsoleerd en statisch individu, spreekt het Christelijk Oosten over de mens als persoon. Deze kritiek lijkt trouwens, hetzij onbewust, juist de kwetsbare punten aan te raken die de tot nu toe dominante Westerse conceptie van menselijke waardigheid blijkbaar nog steeds heeft. Maar wat wordt dan precies bedoeld met “de mens als persoon”? Waaruit bestaat specifiek het Oosters-christelijk personalisme? In antwoord hierop zullen wij nu eerst een aantal, als het ware, klassieke pilaren van het Oosters-christelijke mensbeeld nader in ogenschouw nemen. Daarna zullen enkele moderne Orthodoxe theologen worden voorgesteld die bijzondere aspecten van de klassieke Oosterse traditie benadrukken, meestal in meer of minder concrete reactie op moderne ontwikkelingen, zoals seculiere ideologieën of de problemen van de technische vooruitgang. Het mensbeeld van het Christelijk Oosten in het algemeen In principe begint ook in de Oosterse traditie elke redenering over de menselijke natuur met het scheppingsverhaal uit de Bijbel (Gen 1,26): “God schiep daarom de mens als Zijn evenbeeld.” De bijzondere rol die voor de mens is weggelegd is daarom gegrond in zijn natuur als “imago Dei”, als afbeeld van God zelf. Het is hier echter belangrijk dat de Oosterse traditie een aparte betekenis hecht aan de meer nauwkeurige formulering en dienovereenkomstige vertalingen van de Hebreeuwse originele tekst. De mens is daarin namelijk geschapen “naar Zijn evenbeeld en gelijkenis” (Engels “in the image and likeness”;

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=