Perspectief 2021-55

44 Myrthe Lübbers, MScR Perspectief onszelf en elkaar niet meer als mensen, maar als objecten voor ons zelfbehoud. De Orthodoxe theoloog Ioannis Zizioulas noemt deze bestaanswijze met de bijbehorende beweging het zelf. Maar hebben wij wel een harde definitie van wie we zijn? Ben ik wel die ene optelsom van kenmerken en ben jij dan die andere optelsom van kenmerken? Hebben wij een zelf? Klopt die gedachte en zijn wij echt zo verschillend en losstaand van elkaar? Zijn wij individuen? Om over deze vragen na te denken moeten we allereerst teruggaan naar wat we vanuit God enigszins weten over wie de mens is. God en de mens In de abrahamitische religies, waartoe de oosterse-orthodoxie behoort, vormt de mens de schakel tussen de Schepper en de schepping. God schiep de mens naar Zijn evenbeeld. De Orthodoxe theoloog Zizioulas leest het beeld van persoon-zijn van de mens af van de Drie-Ene God, waarbij de Drie-Eenheid inhoudt dat er een relatie is van drie personen die gemeenschap zijn en tegelijkertijd ten opzichte van elkaar de ander zijn. God als Vader is de Bron van al het zijn, is het Alomvattende en staat in relatie met al wat is. Hij openbaarde Zichzelf als persoon in Jezus die vrij is van alle drang tot zelfbehoud. Jezus belichaamt de menselijke waardigheid en het nieuwe menszijn. Op het moment verkeren wij als mensen echter nog in een biologische staat. Wij zijn grensgangers, zoals literatuurwetenschapper, filosoof en theoloog Kees den Biesen dat noemde toen hij sprak over Johannes van Apamea. Onze ziel zit ingeklemd tussen een lichamelijke en een geestelijke realiteit, we leven op de grens van stof en geest. Het persoon-zijn Volgens Zizioulas hebben we menselijke waardigheid doordat we kunnen bestaan op de wijze zoals God bestaat, namelijk als persoon. Deze zijnswijze is, net als de Drie-Eenheid, relationeel. Je bent iemand door wie je bent in relatie tot God en de rest van de schepping. Het is dus niet zo dat we een vaststaande of maakbare identiteit hebben, maar onze identiteit wordt gegeven door relaties. We zijn iemand door ‘iemand’, niet door ‘iets’. We worden geroepen om te groeien in ons evenbeeld van God, waarbij God een model biedt voor deze relationele zijnswijze. Dit is de enige bestaanswijze waarop de dood geen grip heeft.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=