Perspectief 2021-55

2021-55 Dichter, denker en mysticus 39 Op het lichamelijk niveau kan een ‘passie’ een lichamelijke behoefte zijn, een seksuele drang of fysiek lijden. Op het niveau van de ziel vinden we negatieve ‘passies’ als woede, jaloezie en hoogmoed en positieve ‘passies’ als ijver, vreugde, nederigheid, de liefde tot God en de naaste, enzovoort. Omdat de ziel aan het lichaam gebonden is, zijn er tevens passies van de ziel die door het lichaam worden veroorzaakt zoals angst, onzekerheid en medelijden; voor zover deze passies – ook de goede en positieve – de ziel aan het lichaam binden, verhinderen zij haar volkomen vereniging met de geest. Deze beperking treedt ook aan het licht in wat Johannes dubbāra šappīra, letterlijk ‘welgevallig gedrag’ noemt, dat wil zeggen alle goede werken die de ziel door middel van het lichaam doet en alle gaven van God die door middel van het lichaam werken (de gaven van tranen, profetie, genezing, enzovoort). Ofschoon zij geen obstakels vormen zoals de negatieve passies dat doen, weerhouden ook zij de ziel ervan haar eigen niveau te bereiken, dat wil zeggen te leven in harmonie met de geest. Deugdzame gedragingen en goddelijke gaven worden echter serieuze obstakels wanneer zij in dienst komen te staan van een passie die zich op het niveau van de ziel als zodanig bevindt, namelijk de ijdelheid of hoogmoed. Deze verdraait niet alleen zuiver menselijke waarden als een goede naam, persoonlijke talenten of sociale positie, maar is zelfs in staat Gods eigen gaven te perverteren. Dit is de reden waarom de strijd op het niveau van de ziel zijn hoogtepunt bereikt met de totale uitroeiing van de ijdelheid. Alleen met een diepe nederigheid wordt ‘de reinheid’ (daḵyūta) van de ziel bereikt, die de toegang ontsluit tot de echte geestelijke dimensie van het spirituele leven. Deze reinheid leidt namelijk tot de šafyūta, ‘doorschijnendheid, zuiverheid’ van de ziel, die beantwoordt aan de rūḥanūta, het geestelijke wezen van de persoon. Deze šafyūta is het begrip waarmee Johannes de geestelijke aard van de ziel aanduidt, die niet langer door het lichaam wordt beïnvloed. Deze transparantie is het hoogste doel dat een mens nastreven kan: zij vertegenwoordigt een staat van innerlijke helderheid die vrij is van alle fysieke, psychologische en intellectuele obstakels en volkomen openstaat voor God. Het leven in heiligheid en de gaven van de Geest bereiken hiermee een zuiver spiritueel niveau en zijn niet langer zichtbaar in de ondoorzichtige wereld van het fysieke bestaan. Johannes stelt zelfs, dat de heiligheid van een geestelijke persoon onzichtbaar is voor zowel mensen als demonen.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=