Perspectief 2021-55

20 Zr. Hildegard C. Koetsveld Perspectief diepte god of goddelijk; hij blijft voor eeuwig een schepsel. Dat maakt onderdeel uit van zijn waardigheid. Maar in de wijze waarop God en mens ieder hun eigen natuur realiseren, als persoon, kunnen zij in vrijheid elkaar beminnen, zelfs één worden, want als persoon kan God en ook de mens in gemeenschap zijn met wat absoluut anders is. Daardoor krijgt de mens deel aan het goddelijk leven, voorgoed. Als de dood geen einde meer maakt aan onze relaties vallen beminnen en eeuwig leven samen. De mens kan persoon worden Onze gevallen staat maakt het echter onmogelijk om geheel en voorgoed met onze geliefden in relatie te zijn. Verlossing van de dood is daarom noodzakelijk om persoon te kunnen worden. De verlossing van de mens is gelijkgesteld aan de verwerkelijking van het persoon-zijn, schrijft Zizioulas6. Wat daarvoor nodig is, is niet het los komen van ons sterfelijk lichaam. Integendeel. De eros en ons lichaam zijn beide onmisbare uitdrukkingen van de persoon. Wat nodig is, is dat lichaam en eros niet langer dragers zullen zijn van de dood;7 ze moeten verlost, maar zeker niet vernietigd worden! Er moet daarom een nieuwe ‘verworteling’ plaatsvinden, een nieuwe geboorte, een nieuwe relatie met Hem die de dood heeft overwonnen in en door zijn lichaam, Christus. Deze nieuwe geboorte is niet een louter geestelijk gebeuren. Zij vindt plaats in de concrete gemeenschap van de Kerk en is gemeenschap-scheppend. Daarom noemt Zizioulas dit de kerkelijke wijze van bestaan in tegenstelling tot de biologische wijze van bestaan8. De doop, sacrament van de nieuwe geboorte, geeft er de toegang toe. Daarin sterft de biologische mens en verrijst in Christus, die hem of haar in de relatie met de Vader brengt. Christus is niet slechts het model of voorbeeld van persoon-zijn. Hij is verlosser. Hij biedt zich aan als de ultieme relatie die alles en allen met wie Hij in relatie is eeuwig leven geeft. De nieuwe mens, gevrijwaard van de dood, de mens als ware persoon, is geen mythe, maar hij is de geschiedenis al binnengetreden in de persoon van Jezus Christus. De metropoliet schrijft: Het geloof in Christus heeft slechts één doel: de garantie te geven dat de zoektocht naar de persoon een historische realiteit is9. Het is in de Kerk dat de mens zichzelf uitdrukt als ware persoon in een universele gemeenschap die God en heel de schepping omvat. De Kerk, als gebeuren van de Geest zelf lichaam van Christus, maakt op ontologische wijze deel uit van het persoon-zijn van haar leden. Dit betekent wel dat het menselijk persoon-

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=