Perspectief 2021-53

8 Dr. Martijn Pouw Perspectief de ontvanger, maar op onszelf en de eer die daaraan verbonden is (vgl. OT of Mat. 6, 1- 4). Ook zou het geschenk aan God door degenen die het voor Hem in ontvangst nemen, kunnen worden aangewend voor eigen gewin i.p.v. de eer van God en daarmee zijn doel missen. Kortom, het is helemaal niet makkelijk voor ons mensen om op de juiste wijze aan God eer te brengen (vgl. Ex 32: het gouden kalf). 3. Jezus Christus en onze vereniging met Hem Om inzicht te krijgen hoe we iets op de juiste manier aan God kunnen geven, is het zaak te kijken naar Jezus Christus, die immers volledig God en volledig mens is. Ook Hij heeft een hart met verlangens, dat zich uit in woorden, gebaren en daden. Het hele leven van Jezus Christus heeft een goddelijke betekenis en is relevant voor ons, dus alles wat Hij gezegd en gedaan heeft. N iet alleen zijn ‘publieke optreden’, dat samenvalt met de laatste drie jaar van zijn aardse leven (onderricht, wonderen, lijden en sterven, verrijzenis en he- melvaart), maar ook aan zijn zogenoemde ‘verborgen leven’ (eerste dertig jaar) kunnen we een voorbeeld nemen: zijn gezinsleven, werk als ambachtsman, verplichtingen tegenover de gezagsdragers, enz. Ook al staat er weinig over in de Schrift, het feit alleen al is veel- zeggend: zijn hele menselijk leven wordt door Jezus ‘vergoddelijkt’, d.w.z. door de Heilige Geest aan God de Vader aangeboden en aanvaard. Niettemin is uiteraard het hoogtepunt het Paasmysterie [Verlossing, Lijden en Sterven, Verrijzenis] dat wij vorige week hebben herdacht, gevierd en beleefd. Christenen delen in Jezus Christus en zijn geroepen om zich hun hele leven inniger met Hem te verenigen tot lof en eer van God de Vader. De reformatoren stelden óók dat christenen zich kunnen verenigen met Christus. Dit ge- beurt door het geloof en de wonderlijke uitwisseling (bij Luther) en uitverkiezing en mystieke eenwording (bij Calvijn). Het gaat hier om een ervaring van ‘geestelijke eenwor- ding’ met Christus, waarin de gelovige/ui tverkozene alle gaven van Jezus Christus ontvangt en daarvoor in de plaats de eigen zondigheid aanbiedt. Een van deze gaven is het priesterschap dat inhoudt dat de gelovige directe toegang heeft tot de troon van God de Vader (vgl. Heb. 4,16) om het definitieve, eschatologische oordeel te vernemen: on- danks je zondigheid ben je toch, omwille van je geloof in Christus, gered. Gezegd moet worden dat bij de reformatoren ‘geestelijk’ wordt gesteld tegenover ‘aards’. Bij Luther is er sprake van twee sferen, enerzijds de geestelijke sfeer van het geloof, en anderzijds de

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=