Perspectief 2021-53

36 Prof. dr. Rikhof Perspectief Een tweede vooropmerking betreft de opmerkingen over dé katholieke theologie of dé katholieke theologen of dé katholiek kerk die geen of weinig aandacht zouden besteden aan het gemeenschappelijk priesterschap of aan het kindschap Gods. Ik herken mij daar niet in. Ik heb in mijn colleges en preken en publicaties daar vaak aandacht aan besteed – ik noem maar twee recente publicaties: De zeven sacramenten, een Bijbeltheologische en Systematisch-theologische studie, Archibald van Wieringen en Herwi Rikhof (bij doop en priesterschap), en Wij geloven. Rooms-katholiek en protestant: één geloof. De geloofsbelij- denis van Nicea/Constantinopel uitgelegd door Bram van de Beek en Herwi Rikhof. Mijn bisschop, Mgr. G. de Korte, heeft in zijn beleidsplan Samen bouwen in vertrouwen duide- lijke verwijzingen opgenomen naar het doopsel en de verantwoordelijkheid van alle gelovigen voor de kerk gemeenschap. En ik kan me niet voorstellen dat mijn collega’s in het pastoraat nooit over het Onze Vader of over de parabel van de verloren zoon hebben gepreekt, om maar twee voor de hand liggende Schriftteksten te noemen. 2. Het ‘ munus triplex ’ als uitgangspunt Dan wil ik nu een aantal opmerkingen maken die thuis horen in een oecumenische discus- sie over het gemeenschappelijk priesterschap. Eerder in deze bijeenkomt heeft prof. Selderhuis vermeld dat Geert van Dartel in een college aandacht had besteed aan de do- cumenten van het Tweede Vaticaans Concilie en dat dát verrassend was geweest. Verrassend in positieve zin wel te verstaan. Voor mijn oecumenische reflecties rond het thema van vandaag wil ik het Tweede Vaticaans Concilie als uitgangspunt nemen, omdat teksten van dat Concilie een uitstekende basis zijn voor een oecumenisch gesprek. Dat Concilie is in mijn optiek een betere reactie op de Reformatie dan het Concilie van Trente. Ik wil beginnen met een persoonlijk anekdote die van alles te maken heeft met het thema van vandaag. Eind zeventiger jaren was ik bezig was met onderzoek voor mijn proefschrift over het gebruik van metaforen in de theologie naar aanleiding van het opmerkelijke ge- geven dat in de al genoemde constitutie over de kerk. Lumen gentium, beelden en metaforen werden , terwijl dat voordien niet echt zo was. In het tweede hoofdstuk over het