Perspectief 2021-53

2021-53 35 Slotbeschouwing Prof. dr. Rikhof Mij is gevraagd aan het eind van dit symposium een oecume- nische reflectie te geven. Dat betekent dat mijn opmerkingen van een wat andere aard zijn dan die van de sprekers in het eerste gedeelte, omdat mijn opmerkingen een stap verder gaan dat wat Calvijn of Luther wel of niet gezegd hebben. Dat wordt voorondersteld. Bovendien ben ik van huis uit een sys- tematisch theoloog en die gaat altijd verder dan het presenteren van gegevens uit de geschiedenis van de theolo- gie. Een mooi voorbeeld van zo’n systematisch theologische stap is de reflectie van ‘geven’ in de inleiding op dit sympo- sium van Martin Pauw. 1. Vooropmerkingen Maar voor ik een paar opmerkingen wil maken in het kader van een oecumenische reflec- tie, moet ik twee vooropmerkingen maken. Allereerst is in de discussie de term ‘algemeen priesterschap’ gebruikt. Dat is een ver- keerde term en het gebruik van die verkeerde term heeft nogal nadelige gevolgen voor o.a. de discussie over het ambt. ‘Algemeen’ roept namelijk ‘bijzonder’ op: het ambt wordt dan een vorm van ‘bijzonder priesterschap’, met alle (cl ericalistische) associaties van dien. De juiste term is ‘ gemeenschappelijk ’. I n de originele tekst van Lumen gentium , de dog- matische constitutie over de kerk van het Tweede Vaticaans Concilie, wordt gesproken over sacerdotium commune (niet generale ) en over het gewijde priesterschap wordt gesp- roken in termen van ministeriale seu hierarchicum (en niet speciale ). Dat gemeenschappelijk priesterschap van de gelovigen is gebaseerd op het doopsel. Daar kom ik zo op terug.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=