Perspectief 2021-53

2 Perspectief en een huisvrouw. Het symposium werd met een slotbeschouwing van prof. dr. Herwi Rik- hof afgesloten. In dit nummer van Perspectief publiceren we alleen de theologische bijdragen. De andere reflecties waren niet voor publicatie beschikbaar. In het voorwoord benadrukt Herman Selderhuis dat er bij alle verschillen van opvatting over het priesterschap een fundamentele, gezamenlijke overtuiging is, namelijk: dat de kerk er is, is te danken aan het priesterlijke werk van Jezus Christus. In zijn openingswoord gaat Martijn Pouw in op de betekenis van het fenomeen ‘schenken’ in de relatie tussen mensen en in de relatie tussen God en mens. De vraag waar het op uitdraait is of een mens ook in staat is God iets te schenken? De studie van Martijn oogstte sympathie, maar ook kritiek. De katholieke theoloog Marcel Sarot onderschrijft het belang van de thematiek van het algemeen priesterschap, maar heeft methodologische en inhoudelijke kritiek op het boek van Pouw. Met name mist hij de openheid om van andere tradities te leren. Juist wat het algemeen priesterschap betreft is de Rooms-katholieke Kerk schatplichtig aan de refor- matoren. De lutherse theoloog Andreas Wöhle sluit met instemming aan bij het thema van het sym- posium “Priesterlijke zielen gevraagd m/v” om vervolgens uiteen te zetten waarin de specifieke lutherse opvatting van ministeriële dienstambt gelegen is. Dit ambt wil als zo- danig gezien en erkend worden. De gereformeerde theoloog Wim Moehn is blij met dit katholiek onderzoek naar de op- vattingen van Luther en Calvijn, maar vindt wel dat in sommige opzichten Calvijn (en wellicht ook Luther) tekort gedaan worden. Ook stelt hij dat er in het theologisch onder- zoek naar de bemiddeling van het heil sprake is van een groeiende overeenstemming tussen katholieken en gereformeerden. In zijn slotbeschouwing wijst Herwi Rikhof op het belang van het munus triplex uit de constitutie Lumen gentium van Vaticanum II voor het gesprek over het gemeenschappelijk priesterschap van alle gelovigen. Op grond van de doop hebben alle christengelovigen

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=