Perspectief 2021-53

2021-53 11 Van algemeen priesterschap 1 tot nieuwe evangelisatie Hoe wij als Katholieken kunnen leren van protestanten 2 Prof. dr. Marcel Sarot Martijn Pouws dissertatie, ‘Greatness & Limits of Common Priesthood in 16th Century Reformed Theology’ 3 is een origineel boek over een ondergewaardeerd maar belangrijk onderwerp. Graag maak ik gebruik van de gelegenheid om erop te reageren. Daarbij focus ik op het boek, en niet op de bijdrage van Pouw aan dit themanummer, waarin weer andere accenten worden gelegd. Uit het boek heb ik veel geleerd. Zo wist ik niet dat in de Rooms-Katholieke Kerk heel lang alleen religieuzen heilig wer- den verklaard, en dat de pastoor van Ars in 1925 de eerste geestelijke was die niet tot een orde of congregatie had be- hoord en toch heilig werd verklaard. 4 Ik vermoed dat het hierbij alleen gaat om de periode waarin Rome de heiligverklaringen aan zich had getrokken, en dat de heiligverklaring van martelaren niet is meegerekend; onder de heilige martelaren van Gorcum waren immers ook wereldheren. Het gaat mij nu niet om dergelijke details; het boek van Pouw maakte mij duidelijk hoezeer onze opvatting van heiligheid in de Rooms-Katholieke Kerk in de afgelopen eeuw is verschoven. 1. Een ongemakkelijk gevoel Dat geldt overigens niet alleen voor onze opvatting van heiligheid, maar voor heel veel theologische opvattingen die wij koesteren alsof ze al door generaties zijn aangehangen, zowel aan Katholieke als aan protestantse zijde. Daarmee kom ik direct op het hoofdpunt van mijn kritiek op het boek van Pouw: hij vergelijkt de opvattingen van Luther en Calvijn met ‘de Katholieke opvatting,’ en dan wel met name met die van na Vaticanum II. Die vergelijking heeft iets onrechtvaardigs: het is een vergelijking van opvattingen van indivi- duen met die van een kerk, en van opvattingen uit de zestiende eeuw met opvattingen uit de late twintigste en vroege eenentwintigste eeuw. Dat wringt, en de wijze waarop Pouw

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=