Perspectief 2021-52

42 Ir. Kees Nieuwerth Perspectief En als we SDG 16 ‘Vrede, Recht en Sterke Instituties’ nader beschouwen, dan staat er in de beschrijving wel iets over ‘internationale homicide’, ‘geweld tegen kinderen’, mensenhan- del’ en ‘seksueel geweld’, hetgeen allemaal impliciete verwijzingen zijn naar oorlog en gewapend conflict, maar zonder die openlijk te noemen. Zo wordt ook ‘corruptie’ gezien als een bedreiging van het bouwen aan een rechtvaardige samenleving en sterke institu- ties, maar het benadrukken van de noodzaak klassieke mensenrechten te handhaven en te bouwen aan een andere economie die groener en inclusiever is en de kloof tussen rijk en arm dicht, ontbreekt. Zo worden ook de ‘opportunity costs’ van de enorme bedragen die geïnvesteerd worden in wapens wereldwijd hier niet genoemd. Echter, hiermee zouden wonderen verricht kunnen worden als deze geïnvesteerd zouden worden in vrede en duur- zaamheid. Een echte duurzame en rechtvaardige economie zou hierdoor mogelijk worden. Onze strijd – die van kerken die geroepen zijn teken én instrument van de gerechtigheid en vrede Gods te zijn- is dus voor een andere economie, voor een andere levensstijl, voor mensenrechten en voor een menswaardig bestaan voor iedereen – waar ook ter wereld – en tegen oorlog, dodelijk geweld en wapenhandel. Voor een ‘economie van het leven’ en tegen een ‘economie van de dood’. 3. Rechtvaardige oorlog of rechtvaardige vrede? Het verslag stelt dat het voeren van oorlog door staten (alleen) in een verdedigingsoorlog en slechts als hoge uitzondering toegestaan is (XX). In dit verband wordt ook gesproken over ‘rechtmatige verdediging’ en de ‘plicht tot zelfverdediging’ (130). Echter, het verslag stelt ook dat de leer van de ‘rechtvaardige oorlog’, die oorspronkelijk de functie had oor- log te voorkomen en te beperken (99), in feite achterhaald is omdat de meeste gewapende conflicten zich niet langer tussen staten afspelen en omdat er wapens – eventueel zelfs massavernietigingswapens – ingezet worden die geen onderscheid maken tussen strijders (militairen, combattanten) en burgers (147), hetgeen in strijd is met de oorspronkelijke criteria van de leer van de rechtvaardige oorlog. Ook het Handvest van de VN – artikel 51 – wordt aangehaald waarin allereerst uitputting van alle vreedzame middelen vereist (146) is alvorens staten tot een g ewapend conflict zouden ‘mogen’ overgaan.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=