Perspectief 2021-52

32 Dr. Fulco van Hulst Perspectief dat God geweld afwijst, totdat ik bijval kreeg van een hoogleraar van een andere gezindte, die de collega’s er aan herinnerde dat ik doopsgezind was en dat het mijn te waarderen opdracht was als doper om dit onderwerp op de oecumenische agenda te zetten. Niettemin moeten we de rol van de dopers als traditionele of historische vredeskerk in de Nederlandse context met de nodige nuance benaderen. Jazeker, onze positie is van oor- sprong aan te merken als een duidelijk bijbels-pacifistische positie. Niettemin heeft de beweging een roerig begin gekend. De boerenopstand in Zuid-Duitsland, de naaktlopers in Amsterdam, het Münsterse drama – diverse gewelddadige uitspattingen ontsieren van- uit ons huidige perspectief de begintijd van de dopers. In de kraamkamer van het doperdom kropen naast de vroege vredeskerk een aantal vrij gewelddadige broertjes en zusjes rond. Dat Menno Simons voor een pacifistische koers koos, om gevrijwaard te blij- ven van de beschuldiging dat hij deel uitmaakte van een terroristische organisatie is overigens niet juist. Menno behoort tot die dopers die vanaf het begin een pacifistisch standpunt innamen. Ook de zogeheten ‘Confessie van Schleitheim’ – een belangrijk docu- ment uit de vroege jaren van het doperdom – vertolkt nadrukkelijk dat standpunt wanneer daar wordt gezegd: “Het zwaard is een ordening Gods buiten de volkomenheid van Chris- tus.[…] in de volkomenheid van Christus wordt alleen de ban gebruikt tot vermaning en uitsluiting van wij gezondigd heeft.” Die oorspronkelijke pacifistische positie werd echter in onze Nederlandse context vrij snel losgelaten onder invloed van de veranderende maatschappelijke positie van de doopsge- zinden. Maatschappelijk succes was veelal een aanleiding om water bij de wijn te doen. De emancipatie van doopsgezinden als een geaccepteerde kerk en als gewaardeerde burgers resulteerde er onder meer in dat halverwege de 19 e eeuw een voormalig kolonel van het Korps Mariniers – die belijdend lid was van de doopsgezinde kerk – kon worden benoemd tot minister van oorlog. De nieuwe bezinning op onze identiteit als vredeskerk kwam eigenlijk pas in de 20 e eeuw opnieuw op gang. In het bijzonder de weigering invulling te geven aan de militaire dienst- plicht leidde tot een heropleving van het vredesdenken in onze Nederlandse broederschap, maar vrede is meer dan dienstweigeren, meer dan die internationaal-poli- tieke dimensie.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=