Perspectief 2021-51

2021-51 Willebrands en de spanning tussen ‘bekeringsapostolaat’ 1 en oecumene 49 en zijn verschuiving naar een visie waarin voor bekeringsarbeid onder christenen van an- dere kerken geen plaats meer is. Ik heb die verschuiving geplaatst tegen de achtergrond van een kerkbrede verschuiving van de opvatting van oecumene binnen de Katholieke Kerk, zoals die naar voren komt in Unitatis Redintegratio en Ut Unum Sint. Vervolgens heb ik een vraag aan de orde gesteld waar de biografie van Willebrands in dit licht aanleiding toe gaf. Willebrands stelde in de jaren vijftig immers de bijdragen van voormalige protes- tanten aan het oecumenische gesprek zeer op prijs. Ik heb de voors en tegens van de deelname van theologen die van kerk zijn veranderd aan oecumenische dialogen op een rijtje gezet, en tentatief geconcludeerd dat in de huidige fase van het oecumenisch ge- sprek het wellicht verstandiger is, in de oecumene dergelijke overstappers geen centrale plaats te geven. Op die manier ontstaat meer ruimte voor de ontvankelijke houding naar de ander waarom de huidige fase van het gesprek vraagt. . 1 De aanhalingstekens zullen in de loop van h et artikel duidelijk worden: sinds Vaticanum II is de term ‘beke- ringsapostolaat’ voor evangelisatie onder protestanten niet langer gepast. 2 Zie over dit onderwerp ook Peter De Mey, ‘ De Oecumenismo Catholico er de Opere Conversionum : The Re- lationship betwe en Ecumenism and the Apostolate of Conversions before and during Vatican II,’ in : Stephan van Erp & Karim Schelkens (eds.), Conversion and Church: The Challenge of Ecclesial Renewal (Leiden: Brill, 2016), 267 – 287, i.h.b. 263 – 267, en Jan Jacobs, Nieuwe visies op een oud visioen: Een portret van de Sint Willi- brord Vereniging 1948-1998 (Nijmegen: Valkhof Pers, 1998), 82 – 87 et passim . 3 De nummers tussen haakjes in de hoofdtekst verwijzen naar bladzijden van Karim Schelkens, Johannes Wil- lebrands: Een leven in gesprek (Amsterdam: Boom, 2020). 4 Opmerkelijk is dat Willebrands een dergelijk bekeringsapostolaat onder joden van het begin af aan heeft afgewezen (101); cf. ook de bijdrage van Poorthuis aan dit nummer van Perspectief. 5 Dit is niet bedoeld als kritiek op Willebrands, die immers een pionier van de oecumene was. De traagheid waar ik het over heb is geen eigenschap van Willebrands, maar van de Kerk waarbinnen hij een voortrekkers- rol vervulde. Het is bovendien een traagheid die pas in retrospectief waarneembaar is. Uit alles is duidelijk dat voor de betrokkenen de omwentelingen in de jaren vijftig juist snel gingen. Voor de velen die vinden dat het in de oecumene niet snel genoeg gaat, is het echter wel goed om te beseffen wat er sinds halverwege vorige eeuw bereikt is! 6 De bekering van buitenkerkelijken – de ‘herk erstening … binnen Nederland’ en ‘het bekeren van niet -chris- tenen’ – raakte hierbij enigszins buiten beeld. 7 De lezing werd gehouden op een conferentie in april 1961, zo blijkt uit het ‘Foreword’ van Augustine Cardi- nal Bea, in: J.G.M. Willebrands e.a., Problems before Unity , (Dublin: Helicon Press, 1962), vii-viii. 8 Willebrands, ‘Catholic Ecumenism,’ in: Willebrands e.a., Problems before Unity , 1 – 14, cit. 13.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=