Perspectief 2021-50

54 Drs. Geert van Dartel Perspectief 6. De laatste dingen De geloofsbelijdenis is zuinig als het gaat over de laatste dingen. Er worden slechts twee zinnen aan gewijd: “Wij belijden de opstanding van het vlees en het leven van de eeuw die komt”: een nieuw leven in een nieuwe werkelijkheid. De geloofsbelijdenis zegt niets over de vraag hoe dat leven er uit zal zien. Van de Beek en Rikhof wijden in h un boek ‘Wij geloven’ aan deze twee sobere slotzinnen van het credo een prachtig hoofdstuk. Ze leggen hierin uit dat de belijdenis ‘ Jezus is de Heer ’ door de tijden heen standhoudt; hoe doop en geloof de toegangspoorten zijn tot het nieuwe leven, dat aangereikt door Christus’ dood en opstanding, bekrachtigd wordt door de gave van de Geest; en dat de ware aard van de Kerk in verborgenheid (sacramenteel) en kruisdagend aanwezig is in onze wereld. Vooral in tijden van rampspoed en verdrukking zijn hoop en verlangen onontbeerlijk om het vol te (kunnen) houden. Dat was in ons land zo tijdens de Duitse bezetting (1940- 1945). Nu (2020-2021), gedurende de coronapandemie, beuren we elkaar op met woorden van hoop en troost. Dit gaat weer voorbij, er komt een andere tijd. Iedere generatie maakt wel periodes van nood en ontbering mee. In ons deel van de wereld hebben we het wat dat betreft goed getroffen. In de geschiedenis van het volk van Israël wisselen periodes van belofte, opgang en bloei en periodes van neergang, onderdrukking en gevangenschap elkaar af. De relatie met de Heer van de hemelse machten, die zijn volk door de tijden heen vasthoudt en leidt, is de grond van de hoop van het volk van Israel dat er een betere tijd zal komen: ‘die nieuwe dag’ zal komen, de D ag van de Heer waarop geoordeeld en rechtgedaan zal worden. Uiteindelijk zal het goed komen. De machten van deze wereld hebben niet het laatste woord. Dat is aan God. Het Nieuwe Testament sluit bij dit gedachtegoed aan. Ook Jezus spreekt over deze en de toekomende wereld (zieMt. 12,32; Mc. 10,30; Lc. 18,30). Daarbij moet aangetekend worden dat de Vroege Kerk het zo verstond - en wij vandaag - dat ‘die nieuwe dag’ in Christus’ opstanding uit de doden reeds gekomen is en dat de hoop op de eeuw die komt, verbon- den is met het geloof in de opstanding van de doden. Jezus is de eerste en de laatste, Hij vervult de tijden, en verbindt de tijden. Dit eschatologische perspectief is in zijn soberheid overeind gebleven in de geloofsbelijdenis en niet veranderd toen de Kerk in het Romeinse

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=