Perspectief 2021-50

2020-50 Gesprek over de inleidingen 29 absolute zin kunt zeggen. Er kunnen situaties zijn in de successie dat het geordineerde ambt zo ontspoort dat het volk zegt: hier herkennen we de Kerk niet meer. Het grote voorbeeld hiervan is het schisma in Rome in het begin van de 3 e eeuw met Hippolytus. Op een gegeven moment moet je zeggen ‘dit kan niet langer. Wij kiezen een tegenbisschop.’ In de wijsheid van de Kerk en ook in de wijsheid van de schismatici zijn ze weer samenge- komen, is Hippolytus gewoon erkend als een bisschop. En ik zou graag willen dat precies hetzelfde nu gebeurt, dat er in het besef van de apostolische successie dingen zijn misge- gaan in de midd eleeuwen en mensen op een gegeven moment hebben gezegd ‘we kiezen onze eigen ambtsdragers’, waarbij je oo k weer een successie hebt. Dat had dus moeten gebeuren in de 16 e eeuw en dat is niet gebeurd. We moeten nu alsnog zeggen: we keren terug en we erkennen elkaar, we erkennen elkaars ambten, zodat op die manier de Kerk weer een is. De successie zit dus wel degelijk in de persoon, maar altijd gedragen door de gemeenschap en bij ontsporing bij de persoon kan het gebeuren (dat er een schisma plaatsvindt). Je moet niet makkelijk zeggen dat je je eigen kerk kunt stichten. Het is alleen maar een bypass voor een moment. 8. Omgaan met de Maaltijd des Heren Martin Los: Het ging mij in het gesprek over Avondmaal en Eucharistie hierom dat we dichter naar elkaar toe kunnen komen, niet alleen qua beleving maar ook qua uiterlijkheid. Wat mij in de gesprekken opvalt is dat het uiterlijke en lichamelijke naar de achtergrond dreigt te komen als we alles relativeren. Het enige wat we niet kunnen relativeren is de lichamelijke werkelijkheid. Er zijn nogal wat collega’s die eigenlijk zeggen: wij beleven het- zelfde, wij geloven hetzelfde als in de Katholieke Kerk. Maar als het er dan om gaat om te zorgen dat de eucharistische gaven na afloop van de dienst er gewoon niet zijn, kun je omdat je met 30 mensen bent – het zijn er niet altijd 100 – eenvoudig het aantal gelovigen tellen en zorgen dat er niet meer brood wordt geconsacreerd – dat mag ik niet zeggen in de protestantse kerk – , maar wordt gebroken wat er nodig is. Hetzelfde geldt ook voor de wijn. Ik zou er een pleidooi voor willen houden, dat wij als katholieken bepaalde protes- tantse zaken meer respecteren, maar dat er ook uiterlijk moet zijn. Niet alleen dat het niet uitmaakt, dat het allemaal hetzelfde is. Want ik houd eraan dat de lichamelijke werkelijk- heid, het uiterlijke heel belangrijk blijft, juist vanuit katholiek oogpunt bezien. En ik zou het

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=