Perspectief 2021-50

2020-50 Gesprek over de inleidingen 27 Dat is iets wat voor een katholiek heel lastig te verteren is. Er zijn bij mijn weten nog steeds theologische verschillen, bijvoorbeeld de vraag wat je doet met brood en wijn na afloop van de Eucharistieviering. In hoeverre is de aanwezigheid van Jezus Christus in brood en wijn een permanente aanwezigheid? Het is niet zo dat we het helemaal eens zijn, denk ik. Bram van de Beek: Wat is dat ‘we’ het helemaal eens zijn? Ik denk niet dat er theologisch fundamentele verschillen zijn, behalve waar je in een liberale protestantse theologie of in een liberale katholieke theologie op een heel ander veld komt dan waar het sacrament een rol speelt. Maar dan staan we buiten een eeuwenlange traditie, denk ik. 6. Verschil tussen Eucharistie en Avondmaal? Mgr. Gerard de Korte : Ik zou willen inhaken op wat professor Rikhof zo-even zei als reactie op mij. Misschien is het toch iets te gemakkelijk om theologen en kerkleiders tegenover elkaar te stellen. Kerkleiders worden gevoed door de theologen en zijn zelf vaak ook the- oloog. We hebben elkaar gevonden in het oecumenisch gesprek over de presentia realis , de werkelijke tegenwoordigheid. Dat zie ik in het Lima-rapport, dat zie ik in recente oecu- menische gesprekken over Eucharistie en Avondmaal terugkeren. Maar is het een blijvende praesentia realis ? Om dat even in beeld te brengen: er is in geen enkele protestantse kerk een tabernakel. Dan komt precies in beeld dat het Avondmaalsbrood naar de vogels kan en de wijn naar de jongerenclub. Voor een rooms-katholiek is dat toch een profanisering van het sacrament. In die zin heb ik de indruk dat op het niveau van spiritualiteit er tussen Eucharistie en Avondmaal toch wel een verschil zit dat groter is dan in het boek gesugge- reerd wordt. Bram van de Beek: Er is inderdaad een heel groot verschil in spiritualiteit. Wat we in het boek proberen aan te geven is niet wat in de spiritualiteit is, maar wat er in de kerk is, in de gemeenschap van alle eeuwen, wat er vanuit de tijd van voor het Nicaenum al is, zolang de geschiedenis van de Kerk daar is, wat de kerk gemeenschappelijk deelt, en wat vervol- gens naar allerlei kanten uitwaaiert, of dat nu naar Jan Siemerink is of naar intense beleving van het diepste geloof en overgave. Dat is heel gevarieerd. Maar je kunt je belijden als kerk, datgene wat je uitspreekt over de werkelijkheid van het heil waaronder de mensen zijn, niet aanpassen aan alles waarin het uitwaaiert. Ik zou ook niet het brood van het

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=