Perspectief 2020-49

2020-49 Geloofsbelijdenis en Oecumene 71 de karakteristieken gaat het om gerealiseerde karakteristieken (zoals ‘de kerk is wereld- wijd’), niet om soll -karakteristieken. Iets soortgelijks zien wij bij de uitleg van de heiligheid van de kerk: Van de Beek en Rikhof beklemtonen dat heiligheid primair aan God toekomt en aan de kerk alleen vanwege haar verbinding met God. ‘Alleen in de gemeenschap met God is de kerk heilig’ (166). Dat de heiligheid v an de kerk óók en misschien zelfs wel vooral een (gezamenlijke) opdracht is, blijft onderbelicht. Wat mij betreft vraagt een oecumenische uitleg om meer scherpte en dynamiek. Meer scherpte in de zin dat het noodzakelijk is te onderscheiden tussen aspecten van de notae ecclesiae die reeds gerealiseerd zijn en aspecten die nog moeten worden gerealiseerd. En meer dynamiek in de zin dat van die aspecten die nog niet zijn gerealiseerd dient te wor- den beklemtoond dat door de notae te belijden, men (als instrument van de Geest) zich eraan committeert om deze aspecten alsnog te realiseren. Zo wordt de belijdenis van een document dat laat zien waarover wij het allemaal al eens zijn tot een instrument dat ons in de Geest aanzet tot vernieuwing van de kerk. 5. Conclusie Een van de spannendste passages van dit boek is de volgende: Zolang Luther en Calvijn niet worden heilig verklaard als symbool van de erkenning van de schuld van het leiderschap van de kerk dat de ene kerk zo heeft ontheiligd dat men niet meer in haar geloven kon (dat betekent zowel dat het in haar niet meer mogelijk was te geloven in Christus als dat men niet meer geloven kon dat ons heil van de kerk afhangt als woonplaats van de Geest), is het schisma niet ge- heeld. En het is ook niet geheeld zolang de protestanten de bisschop van Rome niet erkennen als de bisschop die leiding geeft aan alle bisschoppen van de we- reldkerk. Eén zal dat tenslotte moeten doen en de kerk heeft daarvoor nu eenmaal de bisschop van Rome gekozen. Tot het zover is kan men eigenlijk niet met een goed geweten het Symbool uitspreken in de kerk. Dat kan niet zonder de geza- menlijke eucharistie en het ene ambt dat daarvoor verantwoordelijkheid draagt (132 – 133).