Perspectief 2020-49

2020-49 Oecumenische fijnproeverij 5 aan de viering van de Eucharistie en het Avondmaal, voorgelegd aan de Duitse Bisschoppenconferentie en aan de Evangelische Kerk van Duitsland. Binnen een termijn van twee jaar zouden beide kerken zich over dit voorstel moeten kunnen uitspreken. Wie een beetje bekend is met de geschiedenis van de oecumenische beweging en de geschiedenis van de oecumenische kerkendagen in Duitsland, zal onmiddellijk beseffen dat de kerkendagen in Frankfurt in 2021 van historische be- tekenis worden, mochten beide kerken zich achter dit voorstel te scharen. De instemming van de EKD liet niet lang op zich wachten. De reactie vanuit de Duitse Bisschoppenconferentie was terughoudender. Op 22 september jl. werd bekend dat de Congregatie voor de Geloofsleer zich in een brief aan de Duitse Bisschop- penconferentie met kracht tegen het voorstel van de Oecumenische Studiegroep heeft uitgesproken. 2 Opvallend is dat deze tekst noch in Duitsland noch internationaal tot veel publieke reacties heeft geleid. In Nederland werd er in enkele kranten (ND en RD) aandacht aan besteed. De tekst wordt momenteel besproken in de Beraadgroep Geloven en Kerkelijke Gemeenschap van de Raad van Kerken. Pogingen om een special van het Tijdschrift Perspectief over dit document te maken, leidden verliepen moei- zaam. Opmerkelijk, omdat dit de kwestie is waaraan in de afgelopen decennia in de Nederlandse oecumene het meeste aandacht is besteed en waar vaak emotio- neel op gereageerd wordt. Over deze tekst sprak ik met dr. Ton van Eijk, rooms- katholiek priester en theoloog en oud-voorzitter van de Raad van Kerken. Over het onderwerp publiceerde Ton van Eijk in 2011 de studie ‘Eucharistie – het Woord en het Brood’ . Zover als de Duitse theologenkring reikte zijn blik toen nog niet. Het gesprek over de wederzijdse erkenning van elkaars Kerk en over de mogelijkheid om deel te nemen aan elkaars viering van Eucharistie en Avondmaal leek toch vooral vast te zitten op een fundamenteel verschil in de ambtstheologie. Een weg vooruit was moeilijk te banen. Met Ton van Eijk voerde ik een lang gesprek over