Perspectief 2020-49

48 Prof. dr. Herman Teule Perspectief zi tten dan inmiddels met zo’n tien kerkgemeenschappen die allemaal een patriarch had- den. Deze patriarchen hadden plichten: het garanderen van belasting en loyaliteit, maar ook de rechten van een eervolle benadering door de Ottomaanse overheid. Het is wel interessant als je afbeeldingen ziet van patriarchen uit de negentiende eeuw, dat ze er zeer fier op waren dat ze die erkenning hadden van de Ottomaanse overheid. Ze kregen rid- derordes waar ze mee prijkten en die waren op hun borst even belangrijk als het patriarchale kruis of het icoontje dat ze droegen. Dat systeem is doorgegaan tot 1918, het einde van de Eerste Wereldoorlog, het einde van het Ottomaanse Rijk, als in het Midden- Oosten op de puinhopen van die oorlog opnieuw de Arabische wereld bedacht moet wor- den. Ik zeg ‘bedacht moet worden’, want het is bedacht in de hoofden van Engelse, Franse, Italiaanse en andere politici met een beperkte deelname van de mensen zelf. 1.6. De nieuwe nationale staten in het Midden-Oosten De nationale staten in het Midden-Oosten worden gesticht, eerst gedeeltelijk onder een soort mandaatgebied met de bedoeling dat op een gegeven moment die staten tot een soort zelfstandigheid komen. Nu was de vraag: op welke manier passen de christelijke minderheden daarin. En in feite zijn de staten niet meer de islamitische staten zoals het Ottomaanse Rijk gegrondvest was op de islam. Dat hele dhimma-systeem en het millet- stelsel is natuurlijk gedacht vanuit de islam, want in feite is het systeem erop gebaseerd dat godsdienst de plaats bepaalt die je in de maatschappij hebt. Daarmee maakt men nu komaf in die nieuwe staten. Van de andere kant is de werkelijkheid dat de inwoners van die staten in meerderheid moslims zijn. Je kunt niet vragen dat het islamitisch persoonlijk recht van toepassing zou zijn op de christelijke of joodse of andere onderdanen. In feite werd het oude millet-systeem op een of andere manier nog voortgezet, maar dat werd niet meer zo genoemd. Het persoonlijke recht, erfrecht, huwelijk, scheiding enzovoort bleef in handen van de kerken. En we zien dus - dat is in Syrië zo, in Irak en ook in Libanon – dat de christelijke leiders toch ook een zekere politieke rol blijven spelen. De zichtbaar- heid van de christelijke gemeenschap verliep heel vaak langs de kerkelijke leiders. Het waren kerken die verdeeld waren, die niet altijd met elkaar overeenkwamen, waarbij de kerkelijke leiders ieder op hun eigen manier een strategie probeerden te ontwerpen ten opzichte van de nationale staten. Dat is ook zo in Irak, maar daar kom ik in het tweede gedeelte van mijn verhaal over te spreken.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=