Perspectief 2020-49

26 Prof. dr. Peter-Ben Smit Perspectief gezeten kan hebben, zou je kunnen afleiden uit 1 Kor. 11,25 (‘na de maaltijd’ - μετὰ τὸ δειπνῆσαι) . In ieder geval geeft dit aanleiding tot de volgende vraag: Is er dan toch meer bekend over de vorm dan je zou denken, maar heeft dat tegelijkertijd weinig te maken met de oecumenisch-theologische vraagstellingen die het document bezighouden? Het lijkt me waarschijnlijk: de nieuwtestamentische teksten zijn antwoorden op vragen, maar dan wel die van de 1 ste en niet die van de 21 ste eeuw. 3.6. Het ambt Het vermoedelijk lastigste punt in zowel de oecumenische discussie tussen ‘reformatie en catholica’ 18 als in de geschiedenis van het vroege Christendom is de ontwikkeling van het ambt. Opmerkingen hierover figureren op een aantal plekken in het document. Zo bijvoor- beeld in 3.5.3., waar het om de rol van de avondmaalsparadosis bij de viering van de eucharistie gaat: ‘ Bei der Weisung steten Gedächtnisses handelt es sich nicht um einen Befehl zur Wiederholung der Worte Jesu, der sich gar nur an seine Jünger bzw. die Zwölf (vgl. Mk 14,17) als Vorbilder späterer Amtsträger richtet. Die in der 2. Person Plural formu- lierten Weisungen bei Paulus haben alle an der gegenwärtig vollzogenen Mahlfeier Betei ligten im Blick.‘ In het vizier is hier de recitatie van de ‘instellingswoorden‘ door de voorganger in de (gemiddelde) avondmaalsviering en (iedere Westerse) viering van de eucharistie, waarvan enige afstand genomen wordt. In het kielzog hiervan verdwijnen ook de twaalf als voorbeeld van latere ambtsdragers, dat is historisch en exegetisch twijfelach- tiger: wie van de weeromstuit de twaalf uitgedost met bisschopsstaf, borstkruis, ring en mijter voor zich ziet, zal zeker willen meegaan in deze distantiëring. Wie dat niet doet, maar wat nuchterder vraagt of het uit het nieuwtestamentisch getuigenis af te leiden valt dat (a) de twaalf, of tenminste enkelen van hen, op in meer of minder stabiele rollen lei- dinggaven aan de vroegchristelijke gemeente en missie en (b) deze ook door anderen opgevolgd werden die in hun voetsporen traden, zal toch snel bevestigend antwoorden en heeft dan precies de ambtelijke rol van de twaalf en hun functie als voorbeelden voor latere ambtsdragers te pakken. Het meest uitvoerig gaat par. 3.8.5. over het ambt. De eerste vaststelling die daar gemaakt wordt is dat er weinig bekend is over de leiding van de vroegchristelijke heilige maaltijden, dit ondanks uitspraken van Paulus over het charisma van leidinggeven (1 Kor. 12,28, zie ook 1 Thess. 5,12-13, Rom. 12,8). Inderdaad zijn er weinig teksten, afgezien van Paulus in

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=