Perspectief 2020-49

24 Prof. dr. Peter-Ben Smit Perspectief context en zijn vooral deze: hoe gelijk zijn deelnemers aan de maaltijd, wie kan er uitge- nodigd worden, hoe compatibel zijn ‘pagane’ en ‘christelijke’ maaltijden met elkaar (kun je in communio met Christus en met Zeus zijn, etc.), wat mag er op het menu verschijnen, en kun je eten met mense n die ook ‘pagane’ maaltijden eten of niet kosher eten? Hoe ga je ommet verdere reinheidsvoorschriften (e.g., handen wassen). 11 Andere vragen, zoals die waar het oecumenisch gesprek zich nu op concentreert, spelen in het Nieuwe Testament, tenminste waar het om maaltijden van de gemeente gaat, nauwelijks een rol. Maar de vorm van de maaltijd speelt wel degelijk een rol. De discussie hierover is wel zo heftig dat lang niet iedereen welkom lijkt te zijn. Paulus ontraadt bijvoorbeeld bepaalde mensen, dan wel: mensen die op een bepaalde manier maaltijd willen houden, van deelname, als ze zichzelf tenminste geen oordeel willen eten (vgl. 1 Kor. 11,29-30). Ook een vroege ge- meenteregel als in Mattheus 18 aan te treffen is, benoemt wel degelijk redenen (en manieren) om mensen uit de gemeenschap te zetten, waarmee toch ook de maaltijd be- doeld geweest zal zijn (daar maaltijd en gemeenschap veelal samenvielen). Het is historisch simpelweg niet zo dat vroegchristelijke maaltijden een feest van vormeloze vrij- heid zijn waar iedereen op welke manier dan ook welkom zou zijn, integendeel: maaltijden zijn gedachtenis van Jezus Christus en daarmee ook van zijn ‘liturgisch’ heel kritische prak- tijk van maaltijd houden, die lang niet bij iedereen of bij iedere beschikbare vorm van maaltijd houden paste. Wanneer je aanneemt dat er met het canoniseren van de nieuwtestamentische teksten, zoals het document aan lijkt te geven, zowel eenheid (Christusanamnese) als verscheiden- heid (in vormen van vieren en theologische accenten) in het vieren van de maaltijd van de Heer gecanoniseerd is, moet je daarbij wel aanvullen dat ook de zeer kritische bezinning op maaltijdvormen canoniek geworden is – ook dat hoort bij het veelvoudige en dialogi- sche getuigenis van de Schrift. 12 3.4. De rol van de maaltijd in de gemeente Een korte opmerking betreft de volgorde tussen kerk en maaltijd in het document. Ten- minste de taal die er gekozen wordt, geeft de indruk dat er een kerk ‘is’ die vervolgens allerlei dingen doet, zoals eucharistie, doop, diakonie en missie (3.11.4). Dit gaat in tegen opvattingen van de vroege kerk die deze als primair performatief opvatten, in het doen, specifiek: in het vieren van de maaltijd bestaat de kerk en komt ze ook steeds tot stand.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=