Perspectief 2020-48

2020-48 De spiritualiteit van de lectio divina 39 2 Prettig leesbaar D e Heer’s boek is meer dan een louter wetenschappelijk boek. ‘Dit boek kreeg onbedoeld ook de trekken van een heel persoonlijk geloofsboek, een belijdenis van mijn eigen geloof. Ik geef dus niet alleen weer wat ik meen dat nodig is om Guigo te verstaan, maar trek de lijnen die hij uitgezet heeft door en geef daar mijn eigen kleur aan.’ Hij noemt het ‘mijn interpretatie van lectio divina en mijn visie op wat de tekst van Guigo zoveel eeuwen later en buiten het klooster kan betekenen ’ (Inleiding, p 14). Die wat persoonlijkere kant maakt het boek prettig leesbaar. De Heer heeft in zijn betoog gebruik gemaakt van veel tussen- kopjes. Ook voegt hij citaten in van andere auteurs, oude en recente, van Bernard van Clairvaux tot Erik Borgman. Dit alles vergroot de leesbaarheid. De Heer citeert soms ook liederen uit de liturgie om zijn gedachten te verwoorden. 3 De vier geestelijke treden Het mooie van di t boek is dat de hele tekst van Guigo’s brief erin is opgenomen, inclusief de Latijnse tekst, zodat wie het Latijn machtig is zaken kan nalezen in de grondtekst. In zijn brief vertelt Guigo dat hij tijdens handenarbeid nadacht over de geestelijke oefening van de mens en dat er plotseling vier geestelijke treden in zijn brein opkwamen: lezing, me ditatie, gebed en contemplatie. Haec est scala claustralium, dit is ‘de ladder van de kloosterlingen’, zegt Guigo dan, een van de titels van de brief. Het is de ladd er waarmee zij van de aarde tot in de hemel opgeheven worden, in een verwijzing naar de Jakobsladder (Gen 28, 12). Het is langs deze ladder dat Guigo de afzonderlijke treden de revue laat passeren. ‘De lezing brengt als het ware vast voedsel in de mond, de meditatie kauwt en vermaalt het, het gebed verkrijgt er smaak van en de contemplatie is de zoetheid zelf, die verblijdt en vernieuwt,’ schrijft Guigo. Drie van de vier momenten van de lectio divina: lezing, meditatio en gebed zijn dit al sinds Origenes, zegt Jos de Heer, en die traditie loopt tot en met het Tweede Vaticaans Concilie. In het vervolg van zijn brief legt Guigo elk van de vier treden uitgebreid uit. Guigo noemt Christus degene die ‘het brood van de heilige Schrift voor mij breekt’; zo ‘bent U voor mij in het breken van het brood bekend geword en’, wat het verhaal van de Emmausganger s uit Luc 24 in herinnering roept. In het vervolg wordt een gebed dat begint met ‘Ik brand

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=