Perspectief 2020-48

2 Perspectief van crisisbestrijding rond mortaliteit wel zo lang aan? Van Iersel reflecteert aan de hand van deze vraag over de plaats van de dood in onze samenleving, waar de dood steeds meer het laatste woord heeft en over het verschil met een zienwijze waarbij de dood dat niet heeft. Hij eindigt zijn betoog met de vraag: hoe lang kunnen we nog verwachten dat onze regering kampioen sterfelijkheidsbestrijding is? In zijn tweede artikel ‘Kerken en corona: mag het een onsje meer zijn?’ gaat Fred van Iersel in op de rol van de kerken in de coronacrisis. Hij wijst erop dat er onlangs twee belangrijke documenten vanuit de overheid zijn verschenen: het Nationaal Actieplan Mensenrechten’ en het ‘Tweeluik Religie en Publiek Domein. Handvatten voor gemeenten over de schei- ding tussen kerk en staat’. Nu in cor onatijd worden dat extra spannende documenten. Het coronabeleid van Rutte III werd breed gedragen, ook door de kerken. Van Iersel neemt de reacties van kerken op de coronacrisis onder de loep. Sloten de kerken zich niet te snel bij de overheid aan bij de protocollisering van de eredienst. Van Iersel had van de kerken een samenhangende visie op de betekenis van de coronacrisis voor alle Nederlanders ver- wacht. Het gaat hem vooral om het mensbeeld. Hij illustreert dat aan de drie V’s: verantwoordelijkheid, vrijheid en verbondenheid. Hij legt deze drie V ’s naast de overheids- documenten. Op de drie genoemde vraagpunten is Van Iersel teleurgesteld, zowel door de overheid als door de kerken. Het voor die drie V’s meer oog hebben was met name een rol die de kerken zou hebben gepast. Matthijs Kronemeijer schrij ft in ‘Gaan waar geen wegen zijn? Verwarring en gemeenschap rond de tafel va n de Heer’ over de ervaringen die zijn vrouw en hij in de jaren 2006 -2014 opdeden rond de eucharistie in de oecumenische gemeenschap Oudezijds 100 in Amster- dam. Kronemeijer schrijft dat het Duitse studiedocument Gemeinsam am Tisch des Herrn voor hem de aanleiding was om te reflecteren over een bepaalde spanning rond de eucharisti- sche praktijk die zijn vrouw en hij in de gemeenschap meemaakten. Kronemeijer laat daarbij allereerst zijn vrouw ruimschoots aan het woord, die predikant is in de Christian Reformed Church of North America. Zelf reflecteert hij daarop verder en constateert dat er rond de viering van de eucharistie een communicatief tekort bestond en bestaat. De kerken kennen elkaar onvoldoende. Dit leidt tot allerlei spanningen in het begrijpen van

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=