Perspectief 2019-46

50 Drs. Idelette Otten Perspectief En onlangs verscheen er een veelbelovend rapport van protestantse en rooms-katholieke theologen met de titel ‘Gemeinsam am Tisch des Herrn’. Maar ondanks het feit dat veel verschillen niet kerkscheidend meer hoeven te zijn kunnen zij toch een onderstroom blijven vormen waaruit sterk verouderde beelden telkens weer naar boven kunnen komen. De vele misverstanden die in de loop der eeuwen zijn ontstaan en de wederzijdse projecties kunnen altijd weer de kop opsteken. Met andere woorden, theologen kunnen een eind komen, maar wat merken mensen op het grondvlak van de kerken daarvan? Nog steeds ben ik van mening dat met goede aandacht en uitleg er veel gewonnen kan worden. Ik voel me daartoe als voorganger ook verplicht omdat we het ons als kerken ‘niet langer kunnen veroorloven om tegenover – of zelfgenoegzaam naast el- kaar - te staan’ (Walter Kasper in Maarten Luther. Een oecumenisch perspectief). 5. Slaan van kruisje In mijn werk als predikant in de Protestantse Kerk in Nederland onderhoud ik diverse oe- cumenische contacten, maar het meest verbonden voel ik mij met die kerkgemeen- schappen, die de katholiciteit dragen in hun naam. Deze verbondenheid is voor mij zelf onlangs zichtbaar geworden in het dragen van een boordje. Dit boordje draagt bij aan mijn identiteit van voorganger. Een nog sterkere bijdrage vormt het slaan van een kruisje op die momenten waarop de triniteitsformule klinkt, bijvoorbeeld aan het begin van de eredienst en aan het einde van de preek. Lange tijd liet ik dit in mijn eigen gemeente achterwege. Zelf was ik er niet mee opgegroeid, maar door de opvoeding van onze kin- deren had ik mij het maken van dit teken gaandeweg zelf ook eigen gemaakt. Zozeer zelfs dat ik na een kwart eeuw een keer ‘per ongeluk’ of beter gezegd ‘als vanzelf’ in mijn pro- testantse kerk een kruisje sloeg. Toen mij dit op kritiek kwam te staan heb ik er bewust een punt van gemaakt om in lijn van Luther de kinderen te leren een kruisje te slaan. Steeds probeer ik in mijn werk verbinding te laten leggen met de kerk van alle tijden en plaatsen. Dat betekent dat naast woorden ook stilte belangrijk is, er kaarsjes mogen bran- den voor wie er niet meer zijn en dat we eerbiedig gaan staan bij de Woorden van het Evangelie van onze Heer, door wie wij toegang hebben gekregen tot de Schriften van Israël. Steeds bewuster richt ik mij in onze gebeden naar het oosten en ervaar hoe veel- zeggend het is om bij de doxologie te kunnen buigen voor de Ene, op sommige

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=