Perspectief 2019-45

2019-45 Thema – Gemeenschap en Andersheid Teksten symposium 17 mei 2019 in Utrecht Prof. dr. Rudi te Velde 23 Bij alle verschillen blijft interessant dat leven voor Zizioulas primair een kwestie is van re- latie, en dus van gemeenschap. Dood is bederf, vernietiging, als gevolg van verlies van samenhang en in relatie staan. Dit geldt voor God, die leven is in gemeenschap van de personen van de Drie-eenheid, dit geldt ook voor het geschapene, dat zijn bestaan ont- vangt van elders. De wereld, aldus Zizioulas, kan slechts leven als ze in relatie is, in gemeenschap met God. Aan zichzelf overgelaten valt ze ten prooi aan de dood. Het is een rijk en waardevol boek, stevige kost die tijd nodig heeft om verteerd te worden. Het is een boek dat de nodige filosofie bevat, en ook geeft het uitdrukking aan diepe intuïties van het orthodoxe christendom. Dat het boek aanleiding geeft tot vragen, over de persoon als theologisch-existentiële categorie, over de dood die als een doem hangt over het leven in horizontale zin in de geschiedenis en de wereld, is alleen maar goed. 1 Chr. B. Barendse, ‘Intersubjectief verkeer en lichamelijkheid’, in: Zich door het leven heendenken , Kampen 1982, pp.76-97. Voor hetzelfde thema van eenheid van de intersubjectiviteit die de relatie tot het andere insluit, zie ook Th. Van Velthoven, De intersubjectiviteit van het zijn , Kampen 1988. 2 Jan Hollak, ‘Wijsgerige reflecties over de scheppingsidee’, in Denken als bestaan. Het werk van Jan Hollak , Damon 2010, p.310/311 . 3 Een consequentie van dit theologisch-existentieel begrip van persoon is dat de mens niet wezenlijk en altijd persoon is, maar dat de mens kan terugvallen uit zijn hoedanigheid van persoon. Ik vind dit problematisch. 4 Pas in de context van de Triniteit krijgt ‘persoon’ voor Thomas een duidelijk relationele zin. Thomas spreekt van de goddelijke personen als ‘subsistente relaties’. 5 Zie ook deze passage: “Buiten de ervaring van de Kerk zullen liefde en vrijheid (…) zich van elkaar scheiden en elkaar vernietigen. Erotische liefde in haar biologische gestalte begint met fysieke aantrkekingskracht, dat wil zeggen met noodzkaelijkheid en eindigt in de biologische dood, dus in de vernietiging van het eigene…” (blz. 306).

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=