Perspectief 2019-44

2019-44 Thema – In vrede samenleven Pater Jens Petzold 27 van onze monniken, werkt aan een dissertatie over de dialogen die de geleerden samen in deze eeuwen voerden met elkaar. Het samen optrekken is soms zo intens, dat in een stadje als Nebek de moslims en chris- tenen elkaars huwelijken mee vieren. (noot van verslaggeefster: in Kirkuk bezoeken ze ook elkaars afscheidsvieringen als er een dode valt te betreuren.) Kortom, het samenleven was en is deels nog steeds gebaseerd op een diepgaand onderling vertrouwen. Toch kwam er die burgeroorlog. Er zijn vanaf 1991, maar meer nog sinds 2003 veel volks- verhuizingen geweest in onze streken. Vanaf 2003 zijn ongeveer 3 miljoen Irakezen het land ontvlucht en neergestreken in Syrië. Sinds 2011 hebben inmiddels 6 miljoen Syriërs het land verlaten, 3 miljoen zitten in Irak, en er zwerven 6 miljoen binnen Syrië als ont- heemden door de kampen en ruïnes. Wij als kloostergemeenschap hebben onszelf natuurlijk de vraag gesteld: wat hebben onze jaren van nadenken en dialogeren en liefde ontwikkelen voor de islam uiteindelijk opgeleverd? We lazen de Heilige Schrift en we lazen de Koran en lieten ons door beide gezeggen en deelden het met onze gasten en toch kwam 2011. Welk nut hebben we? Het was voor sommigen van ons heel moeilijk om het nut nog te zien, en zeker onder onze gasten werd het merkbaar. Sommige christenen wil- den niet meer praten met moslims, anderen schermden zich volledig af. Paolo reageerde met een vlucht naar voren. Hij is een diep denkend theoloog, hij reageerde met publicaties vanuit onze spiritualiteit, over ons, en vooral over de gesprekken over alle grenzen heen en wat we daaraan leerden. Toen het ergste geweld in onze regio voorbij was, kwamen met name veel jongeren naar Mar Musa, tot in Nederland hebben we Mar Musa-vrienden. Het belangrijkste blijken de eenvoudige ontmoetingen, ook in Irak merk ik dat. We bieden activiteiten aan voor ieder- een, en daarbinnen vinden op natuurlijke wijze de ontmoetingen plaats, komt het vertrouwen terug en krijgen de gesprekken in de alledaagsheid van organiseren ook weer een dialoogkarakter. In Sulaymaniyah wordt Koerdisch gesproken, maar veel vluchtelingen en ontheemden spreken Arabisch. Zo bieden wij de beide talen aan, intussen op drie ni- veaus, en de docenten komen uit de groepen zelf die elkaar dagelijks ontmoeten. Ik krijg ook voortdurend het commentaar terug: “We voelen ons goed hier, we voelen ons wel- kom, we kunnen open spreken.”

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=