Perspectief 2019-43

2019-43 Thema – Herstel van Kerkgemeenschap Prof. dr. Marcel Sarot 5 gemeenschappen, die niet te onderschatten zijn.’ 10 Alsof het voorgaande nog niet verwar- rend genoeg was, publiceerde de Duitse bisschoppenconferentie het document een maand later, na een gesprek van kardinaal Marx met de Paus, alsnog – als oriënterings- hulp. 11 De (voorlopige) uitkomst lijkt daarmee deze, dat op dit gebied generieke regelingen vooralsnog onmogelijk zijn en maatwerk de aangewezen weg is. Bij dat maat- werk mag een in meer algemene termen gestelde oriënteringshulp als niet verplichtende richtlijn dienen. Eén onderwerp was opmerkelijk afwezig in deze hele discussie: 12 de vraag in hoeverre de vooruitgang die is geboekt in oecumenische dialogen, bijvoorbeeld die tussen katholieken en lutheranen, relevant is voor de vraag naar de toelating van protestanten in een ge- mengd huwelijk tot de katholieke communie. Zou verdiscontering van de uitkomsten van oecumenische gesprekken niet leiden tot een nuancering van het gesprek, ja zelfs tot an- dere conclusies? Volstaat het, zoals kardinaal Eijk doet, terug te grijpen op de controverses uit de zestiende en zeventiende eeuw, of moeten de oecumenische ontwikkelingen van de afgelopen eeuw ook worden meegenomen? Een andere vraag die in dit verband moet worden gesteld, zeker in de Nederlandse context, waar het protestantisme veelvormig is, is of men wellicht ook moet differentiëren tussen verschillende groepen protestantse ker- ken, bijvoorbeeld tussen lutheranen en calvinisten? Toen de discussie over de toelating van protestantse echtgenoten tot de katholieke com- munie het publieke debat beheerste, heeft het Hoofdbestuur van de Katholieke Vereniging voor Oecumene niet deel willen nemen aan dit debat. Het leek niet het geschikte moment voor een genuanceerde stellingname. Nu de controverse alweer enige tijd achter ons ligt en de gemoederen tot rust zijn gekomen, lijkt de tijd echter gekomen om de vraag naar de uitkomsten van de oecumenische dialogen alsnog op tafel te leggen, zodat wanneer op enig moment de toelating van protestantse echtgenoten tot de katholieke communie weer in het middelpunt van de aandacht staat, deze gemakkelijker kunnen worden mee- genomen. Hoe ver zijn wij na een eeuw oecumene gevorderd op de weg naar volledige gemeenschap met verschillende protestantse kerken? Het is niet onze bedoeling om de controverse in het publieke debat weer aan te wakkeren, maar wel om, zowel binnen de Nederlandse context als in internationaal perspectief, te bezien waar de oecumenische dialogen ons hebben gebracht.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=