Perspectief 2018-40

2018-40 Maria en Luther 7 Reag eer wijkt de dagelijkse praktijk van het katholicisme, zowel in Luthers als in onze tijd, helaas daar regelmatig van af. Door zijn (over)reactie op de kerksituatie van zijn tijd verwaarloost Luther daardoor wel de actieve kant van Maria, die in vrijheid “ja” zegt tegen God en die volledig actief meewerkt met Gods genade. Toch eindigt hij zijn boekje met: “ We bidden God om een juist verstaan van het Magnificat. Dat verlene ons Christus door de voorbede en de wil van zijn lieve moeder Maria. Amen.” Ziel van het Magnificat is voor Luther de jubelkreet van Maria: “ Mijn ziel prijst hoog de Heer, want Hij zag welwillend neer op de kleinheid van zijn dienstmaagd en heeft grote dingen aan mij gedaan .” Deze verklaring van Maria omtrent haar nietigheid onderstreept de voorrang van Gods genade: “ Maria ziet nederig omhoog, God ziet genadig omlaag .” Overeenkomstig de drie delen van het Magnificat werkt Luther dit uit. Allereerst stelt hij Maria als voorbeeld tegenover de formalistische kerk anno 1500. Zij is het ware voorbeeld van onze relatie tot God: nederig ontvangt zij Gods genade. Vervolgens stelt hij ook de godvrezenden, geringen en hongerigen uit het Magnificat tegenover de weelderige en rijke kerkleiders. Tenslotte stelt hij, dat Maria door haar nederige houding als Gods dienst- maagd de waarlijke vervulling is van Gods dienaar Israël, overeenkomstig de belofte aan Abraham. 3. Mariale Oecumene vanaf 2017 500 jaar Reformatie. Luthers “bekering” betekende kerkvernieuwing, maar ook kerkscheu- ring. Als Luther in het Magnificat een concrete uitdrukking van zijn reformatie ziet, en als hij tot slot Maria bidt om een juist verstaan van het Magnificat, zouden wij in de nieuwe oecumene Maria dan niet een plaats kunnen of moeten geven? Oecumene vanaf 2017 is in elkaar Jezus Christus ontdekken en gezamenlijk Zijn Evangelie aan de wereld schenken. Oecumene vanaf 2017 is ook samen diaconie bedrijven en de werken van barmhartigheid doen. Oecumene vanaf 2017 is zeker ook samen bidden en vieren, al zal de hereniging van Eucharistie en Avondmaal voorlopig nog een toekomstdroom blijven. Oecumene vanaf 2017 moet ook gemeenschappelijke bezinning zijn op de christelijke grondwaarhe- den en kerkelijke basiswaarden.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=