Perspectief 2018-39

2018-39 Symposium: De impact van de Hervorming in onze kerken Dr. Arjan Arjakovsky 82 Reag eer 6 M. Plested, Orthodox Readings of Aquinas , Oxford, OUP, 2012. 7 Antoine Arjakovsky, Antoine de Romanet, Vers des démocraties personnalistes , Paris, Parole et Si- lence, 2013. 8 A. Arjakovsky, Pour une démocratie personnaliste , Paris, Lethielleux, 2013. 9 John Erickson, The Challenge of Our Past , Crestwood, SVSP, 1991. 10 Hans Kelsen, leerling van Hans Vaihinger, heeft vastgesteld dat zijn normatieve piramide op een fictie berustte. Kelsen ging ervan uit dat ook al heeft het recht niets natuurlijks, het toch geen on- menselijke constructie is. Men dient het begrip ‘fictie’ in de ruime zin van het woord te verstaan, als een symbolisch verhaal. De fictie moet onderscheiden worden van de leugen. Zij zou voor de juris- ten eerder het verhaal zijn dat de waarheid de mogelijkheid biedt om zich te veruiterlijken. Nu berust het kerkelijk recht ook op een ‘fictie’, d.w.z. het grote Bijbelse verhaal. Het is twijfelachtig dit grote verhaal te zien als een fictief referentieverhaal voor het geheel van de bewoners van eenzelfde land. Daartegenover zou het denkbaar zijn een recht te bedenken dat, omdat het berust op de universele en niet te objectiveren waarden zoals de waardigheid van de menselijke persoon, de mogelijkheid opent voor verschillende niveaus van jurisprudentie, aangepast aan de verschillende plaatsen, tijdperken en gemeenschappen. In dit perspectief kan men denken aan verschillende in- terpretatieniveaus van de wet en aan overeenkomstige decreten die die de onderling gedeelde waarden ondersteunen van gemeenschappen binnen een bepaalde samenleving. 11 De Grieks - katholieke Kerk heeft een canoniek wetboek sinds 1990, dat heel precies en zeer ont- wikkeld, maar dat, zoals vader Andrew Onuferko vaststelt, lijdt onder een visie op kerkelijk recht die tegelijkertijd heel Romeins en erg geseculariseerd is. Ik neem het begrip secularisme in de betekenis van saeculum . Zoals John Milbank heeft aangetoond, heeft de Kerk vanaf de XIIIde eeuw elk begrip van de dubbele natuur van het recht verloren. Het ius divinum raakte verstrikt in de netten van het ius humanum . Zo bijvoorbeeld voelt A. Onuferko zich niet op zijn gemak bij het begrip van de Kerk sui iuris dat de CCEO aan de Oosters-katholieke Kerken toekent zonder dat daarbij de Romeinse Kerk, omwille van het ius divinum kenmerkend voor de Curie, zichzelf definieert als gelimiteerd, als een lokale Kerk sui iuris . Ook al beschouwt de Grieks - katholieke Kerk zichzelf als houder van een eigen recht, toch dient ze zich sub Petro neer te buigen voor heel wat kwesties die nochtans alleen maar met haar eigen leven te maken hebben (cf. het statuut van gehuwde priesters in het buiten- land).

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=