Perspectief 2018-39

2018-39 Symposium: Het uitgestelde dispuut. Luthers stellingen herlezen Dr. René de Reuver 34 Reag eer De stellingen zijn vooral een pastoraal en theologisch protest tegen het kerkpolitieke mis- bruik van de boete d.m.v. van de aflaat om geldelijk gewin (de bouw van o.a. de St. Pieter in Rome). Luther waardeerde het sacrament van de biecht. De biecht is heilzaam. Pastoraal baant het de weg van berouw naar vrijspraak, via het belijden van schuld en het voldoen van de door de priester opgelegde boete - straf. Deze boete was alleen mogelijk voor door de kerk opgelegde straf. Luther keert zich tegen de specifieke boetepraktijk waarin tegen betaling, door het kopen van een aflaat, de straf kon worden afgekocht. Hij kon zich niet indenken dat de paus het met deze praktijk eens zou zijn. Luther zijn bezwaar is bijbels theologisch en pastoraal (zie onder bij keuze tweede stelling). De inzet van de 95 stellingen is positief: ‘Doet boete! Luther beroept zich hierbij op de Schrift (Schrifttheoloog!). De tekst die hij citeert is Matteüs 4:17 ‘Komt tot inkeer, want het Koninkrijk van de hemelen is nabij’ (NBV). Als Middeleeuwse monnik hoort hij hierin een oproep tot boete. In het tweede deel van de stelling radicaliseert Luther de boete (in lijn met de Bergrede). De boete is niet sacraal, zeker geen handeltje, niet eenmalig, maar heeft betrekking op heel het leven. In de gereformeerde traditie is dit uitgewerkt in de notie van de dagelijkse bekering! De kritiek van Luther die onder deze eerste stelling ligt snijdt nog steeds hout: ▪ Niet de autoriteit van de kerk maar de Schrift is beslissend; ▪ De boete is geen sacrale eenmalige handeling, maar heeft betrekking op gewone leven. b. Mijn tweede keuze is stelling 43: ”Men moet de christenen leren, dat wie aan een arme geeft of aan een behoeftige leent, beter doet dan wie een aflaat koopt.” In de stellingen 42-51 maakt Luther duidelijk dat het in boete om liefde tot de naaste en om barmhartigheid gaat. Deze stellingen tekenen Luther als pastor. Hij komt op voor de moeder die voor haar laatste geld een aflaat koopt. Aangezet door de slogan van de grote aflaatverkoper Tetzel: (stelling 27: ‘dat de ziel uit vagevuur opspringt zodra de munt in de kist klinkt’). Luther helpt haar uit de droom en stelt dat ze haar geld veel beter kan beste- den aan de zorg voor haar kind. Deze pastorale inslag en existentiële ervaring - opende Luther de ogen voor de foute praktijken van de kerk rond de biecht. Dit kan nooit de

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=