Perspectief 2017-38

Perspectie 54 Uit de zijde van de Heer Geert van Dartel Inleiding Op Goede Vrijdag las ik een bekende tekst van Johannes Chrysostomus (345-407). Hierin legt deze kerkvader en aartsbisschop van Constantinopel uit de 4 e eeuw uit hoe we de kracht van het bloed van Christus kunnen leren kennen. Verhalen uit het Oude en Nieuwe Testament verwijzen naar elkaar. Het teken van het bloed van het lam op de deurposten (vgl. Ex. 12) is een voorafbeelding (typologie) van het reddende bloed van Christus. En dan vraagt Chrysostomus: ‘Wilt u dan eens nagaan waar dat bloed voor het eerst gevloeid heeft en uit welke bron het gestroomd heeft?’ Eerst is het aan het kruis verschenen; de zijde van Christus vormde het begin. Zie het Johannes evangelie: ‘toen Jezus gestorven was en nog aan het kruis hing, kwam een soldaat naderbij, doorstak met zijn lans de zijde en daaruit vloeide water en bloed (vgl. Joh. 19,34). Het ene is symbool voor het doopsel, het andere voor het eucharistisch sacrament.’ Op het doopsel en de Eucharistie is de Kerk van alle eeuwen gegrondvest: door de wedergeboorte van het bad en de vernieuwing van de heilige Geest, namelijk uit het doopsel en de eucharistische geheimen, die kennelijk beide uit de zijde voortgekomen zijn. Uit zijn zijde heeft Christus dus de Kerk opgebouwd, zoals uit de zijde van Adam zijn vrouw Eva is voortgebracht.’ Doop en Eucharistie zijn de wezenskenmerken van de christelijke gemeenschap. Het zijn de zichtbare tekenen van de Kerk van alle eeuwen, die het leven van de christen dragen en vernieuwen. Het is belangrijk om goed in gedachten te houden waar en wie de bron daarvan is. Als we dit fundamentele gegeven een moment op ons laten inwerken zal misschien ook bij u de vraag opkomen hoe het toch mogelijk is dat juist over deze wezenskenmerken

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=