Perspectief 2017-37

Perspectie 66 Geert van Dartel iedere kerkelijke traditie afzonderlijk verteld te worden. In deze inleiding wil ik me beperken tot de impulsen die vanuit de oecumenische samenwerking zijn uitgegaan. Er zijn twee grote verbanden voor de interkerkelijke contacten en samenwerking in Europa. De Conferentie van Europese Kerken (CEC) is een verband van 114 orthodoxe, protestantse en oud-katholieke kerken uit heel Europa. Ook 40 Raden van Kerken zijn partner van de CEC. De CEC werd na jaren van voorbereiding opgericht in 1959 en heeft kantoren in Straatsburg en Brussel. De Raad van Europese Bisschoppenconferenties (CCEE) is de katholieke counterpart van de CEC. De CCEE werd na een proces van voorbereiding opgericht in 1971 en telt 39 uit 45 landen. Onder verantwoordelijkheid van CEC en CCEE werden in Europa tussen 1989 en 2007 drie grote Europa-brede, oecumenische assemblees gehouden. Over deze drie grote bijeenkomsten wil ik vanuit eigen achtergrond en ervaring wat naar voren brengen. In de jaren tachtig liep de Koude Oorlog op zijn einde. Na mijn studie in Zagreb kwam ik in 1983 dienst van de stichting Koinonoyntes/Communicantes als opvolger van de in 1982 overleden pater Jan Daniël Bakker s.s.s. (1914-1982). Deze stichting had tot doel contacten te onderhouden met de Katholieke Kerk in Midden- en Oost-Europa. Jan Daniël Bakker, een eigenzinnige en zelfstandig opererende Westfries, had na de Tweede Wereldoorlog via zijn Vereniging van Seminarie- en Kloosterbibliotheken (VSKB) in de DDR, Polen, Hongarije, Tsjechoslowakije en Joegoslavië een goed netwerk opgebouwd van contacten met religieuzen, theologen en kerkelijke instellingen. Onder het pseudomiem Daan Scholten (zijn moedersnaam) deed hij regelmatig verslag van zijn reizen in het bisdomblad van Den Bosch (de Sint Jansklokken). De levering van theologische literatuur aan theologen en bibliotheken was zijn invalshoek. Het motto van de stichting is ontleend aan de Romeinenbrief 12,13: ‘Draag bij voor de noden van de heiligen’. Voor zover als mogelijk ben ik in de voetsporen getreden van pater Jan Bakker. De tekst uit Rom. 12 is nog steeds leidend. In de zes jaar tot aan de val van de muur heb ik contacten mogen hebben met theologen en geëngageerde katholieken in verschillende landen. Vooral de jaarlijkse bezoeken aan het toen beklemmende Tsjechoslowakije hebben een onuitwisbare indruk gemaakt. Bijzonder waren de contacten met dr. Oto Madr.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=