Perspectief 2017-35

Perspectief 4 Anton ten Klooster MA zijn grootvader, die als oud-katholiek waarnemer in Rome was voor het Tweede Vaticaans Concilie. Ook daar geldt dat er een verbinding ervaren werd, die verder gaat dan de zichtbare structuur van de kerk. Opgravingen en gebedenboeken Na de persoonlijke inleiding van de organisatoren, werden twee lezingen gegeven. Archeoloog en theoloog Dietske Bedeaux gaf een overzicht van de opgravingen op het Domplein, met name door Van Giffen in 1929. Daaruit bleek dat de geschiedenis diffuser is dan veelal gedacht. Gewoonlijk wordt verondersteld dat Willibrord in een leeg en heidens Nederlands het kruis plantte. Toch was ook op het huidige Domplein ook ten tijde van Willibrord al een kleine sacrale ruimte, mogelijk voor christelijke eredienst. En van wie zijn nu die resten? Bedeaux gaf een reeks kandidaten: de archeologen, de stad Utrecht, het Rijk, de Domkerk... en zij besloot dat de meest voor de hand liggende mogelijkheid is dat in ieder geval de archeologische resten gedeeld erfgoed zijn. Kerkhistoricus Wietse van der Velde schetste in een onderhoudende lezing de eeuwen na Willibrords missiewerk. Hoewel hij nu breed bekend staat als ‘apostel der Nederlanden’, genoot zijn tijdgenoot Bonifatius aanvankelijk meer verering. De laatste was immers wél als martelaar gestorven. De verering van Willibrord komt vaak op in reactie op conflicten: ten tijde van de Reformatie fungeert hij als grondlegger van het katholieke geloof, in de twisten tussen Rome en de oud-bisschoppelijke cleresie leggen beiden een claim op de opvolging van Willibrord. In recente tijden, allereerst rond het Willibrordjubileum in 1939 wordt ook zijn betekenis voor de oecumene onderkend. Oecumenisch gesprek Het slotakkoord van de avond was een panelgesprek, geleid door EO-presentator en predikant Elsbeth Gruteke. Sprekers waren de oud-katholieke bisschop Dick Schoon, PKN- praeses Karin van den Broeke, en de rooms-katholieke pastoor van Utrecht, Ton Huitink. De laatste was organisator van de Willibrordprocessie. Zoals gememoreerd leidde deze processie tot reuring. Kardinaal Eijk gaf er de voorkeur aan dat het geheel een rooms- katholiek karakter zou houden. Uiteraard werd kort stil gestaan bij de gedachten en gevoelens rond dit thema. Insteek van het panelgesprek, en de vragen uit de zaal, was

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=