Perspectief 2017-35

2017-35 Van wie is Willibrord? 15 Reag eer afbakening van de principia , die wellicht op dat moment enkel nog in gebruik was als heidense cultusplaats. De aanwezigheid van het altaar en de waterput duiden op een sacrale functie in ieder geval in de Romeinse tijd. De zuidelijke annex van de Heilige Kruiskapel is duidelijk het oudste deel van dit kerkje. Van Giffen dateerde dit echter relatief laat, rond de tiende eeuw. Het lijkt alsof hij zich hier grondig heeft vergist, de aardewerkscherven uit Karolingische tijd waarop hij zijn datering baseert komen namelijk uit een kuil bij het koor. Dit is een laag die niet onverstoord is. In archeologische termen: de vondst is niet in context, en de datering staat dus niet vast. Wat wel duidelijk is, op grond van de bouwkundige kenmerken, is dat het gaat om een heel oude fundering. Er is sprake van hergebruikt Romeins materiaal, zoals dat voor die tijd niet gebruikt werd, maar ook later niet meer. Qua structuur van de muur heeft dit de meeste overeenkomsten met de vroeg-christelijke kerk in Elst, die gebouwd is op de plek van een Romeinse tempel. De datering van de kerk in Elst is 726. Ook de plattegrond is heel vergelijkbaar. Het gaat om een zaalkerk met een rechtgesloten ingesnoerd koor. De zuidelijke annex kan, gezien de structuur van de muur, een los en op zichzelf staand bouwwerkje geweest zijn dat later werd uitgebreid tot een zaalkerkje. Wat Willibrord aantrof in Utrecht Toen Willibrord in het huidige Utrecht kwam trof hij een ecclesiola aan. Wat die term precies aanduidt is onzeker, en het is ook niet helder hoe groot het bouwwerk is geweest. Het kan wijzen op een kleine sacrale ruimte, zoals bijvoorbeeld een grafruimte. Dergelijke gebouwen komen voor in de Merovingische en Karolingische tijd. De ontwikkeling van de liturgie van de Merovingische naar de Karolingische tijd heeft ook effect gehad op de vorm van de kerkgebouwen. Onder Lodewijk de Vrome werd gelijkvormigheid in liturgie én in de opstelling van de altaren bereikt. In de Merovingische tijd onstonden de nevenaltaren, vaak nog vanwege afgescheiden ruimtes of bouwdelen die werden samengevoegd op een later moment. De vierkante kapel kan dus een cella memoria zijn geweest, een grafruimte. Een bekend voorbeeld van zo’n grafkapel is de cella memoria van Sint Servaas, te vinden op de plaats nu de Sint Servaas basiliek staat. Het kwam ook zeer vaak voor dat heidense cultusplaatsen voort werden gezet in christelijke tijd. Dit is ook het geval met het voorbeeld van de kerk uit Elst, die gebouwd is op de plek van een Romeinse tempel. Ook

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=