Perspectief 2015-30

2015-30 Redactioneel 3 Reageer Redactioneel ‘Wat heeft ecologie met theologie te maken?’ Met deze vraag van de gerenommeerde Griekse theoloog John Zizioulas van Pergamo openen we dit nummer van Perspectief. Op het moment dat het nummer uitkomt is de internationale Klimaatconferentie in Parijs juist afgelopen. De verwachtingen waren voorafgaande aan deze top hooggespannen. Het komt er nu op aan dat de afspraken tussen landen geïmplementeerd worden in een beleid dat wereldwijd duurzaamheid en rechtvaardigheid bevordert. Sinds de jaren van het Conciliair Proces voor Gerechtigheid, Vrede en Zorg voor de Schepping (1982-1990) staan de vraagstukken inzake duurzame ontwikkeling en klimaatverandering hoog op de agenda van de oecumenische beweging. Een opmerkelijk gegeven is dat de oecumenisch patriarch van Constantinopel vanaf de jaren tachtig in dit debat een voortrekkersrol vervult. Het leverde patriarch Bartholomeus de bijnaam ‘de groene patriarch’ op. Jan Jorrit Hasselaar gaat in zijn bijdrage in op de ecologische visie van de patriarch waarin de nadruk ligt op eenvoud en liturgie. Bij patriarch Bartholomeus ligt het eerste accent op de bekering van het innerlijk en de relatie tot God. Toine van den Hoogen schreef een bijdrage over klimaatencycliek Laudato Si’ van paus Franciscus. Hieraan laat hij zien dat paus Franciscus de principes van de joods-christelijke traditie vruchtbaar maakt voor het noodzakelijke gesprek over de commons (de gemeenschappelijke en openbare middelen van bestaan zoals lucht, water en natuur) . Daarmee reikt hij een referentiekader aan dat onze wereld hard nodig heeft bij het vinden van een uitweg uit de huidige crisis. Maar de vraag is tegelijkertijd of deze uitgangspunten sterk genoeg zijn om de tragiek van de commons om te buigen of te doorbreken. Naar aanleiding van het 60-jarig bestaan van de oecumenische leef- en werkgemeenschap Oudezijds 100 schreef Matthijs Kronemeijer een artikel over het leven in deze gemeenschap. Zijn stelling is dat oecumenische gemeenschappen een onmisba re impuls zijn voor de oecumenische beweging en voor de revitalisering van de kerken. Uitvoerig beschrijft hij hoe oecumenische verbondenheid in Oudezijds 100 gestalte krijgt in gebed en eredienst en in getuigenis en dienst.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=