Perspectief 2015-28

2015-28 De icoon, plaats van een gebed 47 Reag eer Het fundament blijft de menswording. Door de menswording is de menselijke natuur eens en voorgoed opengebroken voor God, opengemaakt naar God. De mens is geopend voor de weg waarvoor hij oorspronkelijk bedoeld was, de weg naar God. Mozes en Elia voegen zich buigend in deze werkelijkheid en openbaren zo dat Wet en Profeten naar Christus verwijzen en naar Hem leiden, ja in hem culmineren. De transfiguratie van de Heer, als beeld van de belofte wordt het kenmerkende stempel van de iconografie. De icoon laat de nieuwe mens zien, samen met de vernieuwde kosmos, met wet en profeten en met de nieuwe geschiedenis die in Christus een aanvang neemt. Ze verkondigt deze nieuwe realiteit in samenklank met hymnen en gezangen, in samenklank met de Heilige Mysteriën van het Lichaam en Bloed van de Heer. Daar wordt ons het ware geheim van de Transfiguratie getoond: ze gebeurt doorheen zelfgave door nederigheid, gehoorzaamheid en door de kracht van de liefde. IV. De icoon, school voor gebed. De icoon heeft als middelpuntzoekende kracht het verlangen van God die zoekt naar ontmoeting. Het verlangen van God, afdalend langs een eindeloze rij treden, wekt het verlangen van de mens. En de mens vindt in de icoon een spoor. Een manier om dichter bij God te komen en intenser omgang met Hem te beleven. De heiligen, de figuren op de feestdagiconen, gaan de zoekende mens daarin voor. Ze zijn allen op Christus betrokken, naar Christus gekeerd. Dat wordt heel expliciet voorgesteld in een centraal gegeven van de iconostase: de deësis of de ‘voorbede’. Centraal symbool in de deësisiconen is de biddende hand - die zich opent naar Christus toe. Deze hand symboliseert de hele complexe en onbeschrijfbare werkelijkheid van het gebed. Gebed als overgave, gebed als verlangen, gebed als voorbede, smeken en danken. Gebed als offer, gebed als richtinggever, als wegwijzer…, gebed als zelfgave, gebed als ontvangen… De heiligen die zo naar Christus gekeerd staan, opblikkend naar Hem, biddend tot Hem, omgang hebbend met Hem, zijn onze leermeesters in het gebed. Ze geven ons de juiste ‘gebedstoon’ op. Ze helpen ons om de juiste gebedshouding te vinden, ze leren ons klein en deemoedig, vol rouwmoed, en vol hoop naar Hem toe te gaan en doorheen biddende omgang op zijn uitnodiging in te gaan

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=