Perspectief 2015-27

Perspectief 8 Mgr. Johan Bonny landschap geworden. Toch blijft de vraag of zelfs het ‘ fere omnes ’ of ‘bijna allen’ van paus Paulus VI geen overschatting of eufemisme was. De oecumene heeft zowel haar bondgenoten als haar tegenspelers beter leren kennen. Het realistische ‘ bijna allen ’ uit de inleiding van Unitatis Redintegratio blijft een gewetensonderzoek waard. Een niet-volkomen gemeenschap In de plechtige zitting van zaterdag 21 november 1964 kon paus Paulus VI drie documenten tegelijk ondertekenen en afkondigen: de Dogmatische constitutie Lumen Gentium over de kerk, het Decreet Orientalium Ecclesiarum over de oosters-katholieke kerken en het Decreet Unitatis Redintegratio over de katholieke deelname van de oecumenische beweging. Deze drie teksten hadden tijdens het Concilie een grotendeels gemeenschappelijk traject afgelegd. Vooral de Constitutie over de Kerk en het Decreet over de oecumene kwamen uit eenzelfde werkkring van theologen en bisschoppen. Beide documenten zijn genetisch aan elkaar verwant en moeten daarom samen gelezen worden. Lumen Gentium is een noodzakelijke leessleutel bij Unitatis Redintegratio , evengoed als Unitatis Redintegratio een noodzakelijke leessleutel is bij Lumen Gentium . Wat Lumen Gentium zegt over de oecumene en wat Unitatis Redintegratio zegt over de Kerk, vormt een theologisch geheel. Wie het ene document leest zonder het andere, doet geen recht aan de doctrinele volledigheid van het Tweede Vaticaans Concilie. Hoe kijkt de katholieke Kerk naar haar verhouding tot de andere Kerken en kerkelijke gemeenschappen? Op dat punt kozen de concilievaders in Lumen Gentium duidelijk voor een nieuw en relationeel perspectief. Waar tot enkele jaren voordien nog een verdelend ‘ est’ stond (de Kerk van Christus ‘is’ de katholieke gemeenschap), plaatsten zij een werkwoord met uitzicht op verbinding: ‘ subsistit in ’ (de Kerk van Christus ‘bevindt zich in’ de katholieke Kerk). In Lumen Gentium luidt het als volgt: ‘ Dit is de enige Kerk van Christus, die wij in het symbolum als één, heilig, katholiek en apostolisch belijden.(…) Deze Kerk, in deze wereld ingesteld en uitgebouwd als een maatschappij, bevindt zich in (subsistit in) de katholieke Kerk, die door de opvolger van Petrus en de met hem verenigde bisschoppen wordt bestuurd, hoewel er ook buiten haar schoot vele bestanddelen van heiliging en waarheid (elementa plura sanctificationis et veritatis) te vinden zijn die, als de eigen gaven van de Kerk van Christus, naar de katholieke eenheid stuwen ’ (LG 8). In zijn gezagvolle

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=