Perspectief 2015-27

2015-27 De beleving in Gereformeerde Kring 55 Reag eer Echter bij al deze waardering moeten toch ook een aantal kritische punten genoemd worden. Dat begint eigenlijk al bij de doorgaans gebrekkige waardering in de breedte van de kerk voor werk gedaan in de oecumenische dialogen. Het is duidelijk, dat men maar weinig daarvoor de handen op elkaar gekregen heeft. In het verleden al niet maar nu steeds minder en minder. Er is kritiek, vooral van kerken uit het Zuiden maar niet alleen van hen, dat we onze tijd verspillen met 16 e eeuwse theologische discussies. We zouden met de dialogen niet gericht zijn op de problemen, die vandaag de dag spelen. Voor vele kerken zijn de problemen om als religies in vrede naast elkaar te leven van veel meer belang de interconfessionele verschillen. Dit alles zorgt ervoor, dat de dialogen gezien worden als iets overbodigs. Waar het bij al deze kritiek om draait, is de vraag hoe de oecumenische dialoog en het resultaat daarvan werkelijk landt in de breedte van de eigen kerk. Het is de vraag naar de ‘receptie’ van de dialoog. De receptie van de dialoog De WCRC is in de laatste jaren steeds meer bezorgd geworden over het gebrek aan ‘receptie’ in de eigen kerken van de Communion. Voor een deel is deze bezorgdheid ook het gevolg van het feit, dat de geringe betrokkenheid bij de dialogen in de lid kerken ertoe geleid heeft, dat men eigenlijk ook minder geïnteresseerd is in de organisatie, die namens de kerken deze dialoog voert. Men vraagt zich af waarom zo’n wereldwijde organisatie nog nodig is wanneer deze dialogen zo weinig te maken lijken te hebben met de eigen vragen en problemen. Vele van onze lid kerken, zeker in het Noorden, zitten in een ‘survival’ situatie. De vragen betreffende het toekomstig bestaan van de eigen kerk zijn zo massief aanwezig, dat soms de energie wel lijkt te ontbreken om de eigen grenzen te overstijgen. Maar dit is niet de enige reden en waarschijnlijk niet eens de belangrijkste. In zijn algemeenheid is er sprake van een gevoel, dat het er eigenlijk ook niet zo toe doet, dat men verschillend denkt, leeft en handelt. Een begrip als ‘unity in diversity’ is inmiddels zo geijkt, dat men met de verschillen leven kan. Soms lijkt dat haast op een tolerantie, die in onverschilligheid omslaat. Een ander begrip, dat ik nogal eens gehoord heb in mijn kerk, is dat het niet gaat om de oecumene van het hoofd maar om de oecumene van het hart. Dan doen de theologische verschillen er niet zo toe, hoeft er ook geen dialoog te zijn en voelt men zich toch een.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=