Perspectief 2015-27

2015-27 Poging tot een zelfkritische orthodoxe evaluatie 37 Reag eer van gelijke autocephale lokale Kerken, waarvan elk de volle kerkelijkheid bezit en elk haar communio veruiterlijkt door het uitoefenen van de synodaliteit. Volgens het Document van München van de gemengde katholieke-orthodoxe Commissie is dit , «omdat God een en enig is in de gemeenschap van de Drie Personen, de ene en enige Kerk, een communio van verschillende gemeenschappen is, en de lokale Kerk, een communio van personen. De ene en enige Kerk valt samen met de koinônia van de Kerken » 14 . Iedere scheiding in de Kerk wordt als een “breuk in de communio” omschreven. Deze breuk in de communio wordt vandaag nog gezien vanuit een logica die ontwikkeld werd in de IVde eeuw door de H. Basilius de Grote, die een onderscheid maakt tussen een ketterij, het schisma en de onregelmatige groeperingen (parasynagogalen). Wat de ketterijen betreft, gaat het om hen die zich volledig van de Kerk hebben afgescheiden, terwijl de afgescheurde groepen of de onregelmatige groeperingen in zeker zin bij de Kerk blijven behoren. Dit heeft een verschillende houding met betrekking tot de sacramenten tot gevolg. 3. Enige kerkelijke realiteit voorbij de grenzen van de orthodoxe Kerk Dat is een netelige kwestie, want de werkelijkheid is vandaag anders dan in de IVde eeuw. Recente stellingnamen van de orthodoxen met betrekking tot de oecumenische dialoog getuigen daarvan. In 2011 geeft een orthodox antwoord op de studie van de Commissie Geloof en Kerkorde over de natuur en de zending van de Kerk, als een negatief punt aan, wat men zou kunnen noemen de oecumenische angst of diplomatie, die het woord ketterij vermijdt en dus geen rekening houdt met de mogelijkheid dat bepaalde verschillen in feite de Kerk verdelen als gevolg van echte meningsverschillen. Verscheidenheid in geloof, in de eredienst en in het moreel en ethisch handelen heeft grenzen » 15 . Om trouw te blijven aan het principe van de communio, trinitair gefundeerd met een kerkelijke en antropologische toepassing die hen zo dierbaar is, dienen de orthodoxen op een coherente manier het bestaan van een sacramentele realiteit te erkennen buiten de 14 Munich III, §2. 15 Inter-orthodox Consultation for a Response to the Faith and Order Study: The Nature and Mission of the Church. A Stage on the Way to a Common Statement (Faith and Order Paper 198, 2005 WCC), Agia Napa/Paralimni, Cyprus, 2-9 March 2011, § 25.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=