Perspectief 2014-26

2014-26 Herstel van kerkgemeenschap vraagt om een communio-ecclesiologie in theorie én praktijk 55 Re ageer samenvatting van het rapport. Een goede receptie van het rapport is belangrijk. Er zou met geestelijken en leken over gesproken moeten worden. Het bereiken van een theologische overeenstemming alleen volstaat niet voor het herstel van de kerkgemeenschap. Ook niet- theologische factoren spelen een belangrijke rol. In de kleiner wordende oud-katholieke gemeenschappen kunnen anti-roomse effecten gemakkelijk ontvlammen. Zoals het rapport ook aangeeft, dient er gewerkt te worden aan herstel van vertrouwen en een uitzuivering van herinneringen. Over die onderliggende gevoeligheden en wederzijdse beeldvorming gaat de mooie bijdrage van mgr Harald Rein, de oud-katholieke bisschop van Zwitserland. De emotionele weerstand in oud-katholieke gemeenschappen tegen het herstel van de kerkgemeenschap met de Rooms-katholieke Kerk is een factor van betekenis. In de afgelopen eeuw zijn oud-katholieken en rooms-katholieken zeer van elkaar vervreemd geraakt. Die vervreemding die vaak door families heenging, heeft diepe sporen getrokken. De scheiding is echter niet alleen een zaak van emoties en aanvoelen, maar heeft ook een inhoudelijke component. Volgens Rein is er in het dialoograpport te weinig aandacht voor de theologische functie van het Volk van God. En dat is naar zijn opvatting het meest existentiële thema in het gesprek over de Kerk: de balans tussen de persoonlijke verantwoordelijkheid van de bisschop en de gezamenlijke verantwoordelijkheid van leken en geestelijken alsook de relatie en omgang tussen de plaatselijke gemeenschappen en hun bisschop. Een rooms-katholieke reactie op het rapport werd gegeven door Leonhard Hell, hoogleraar dogmatiek en oecumenische theologie in Mainz. In zijn bijdrage plaatst hij het document in het brede kader van een oecumenische traditievorming die door de oecumenische dialogen ontwikkeld wordt. Praktijk als toetssteen In twee volgende bijdragen wordt vanuit orthodox en protestants perspectief op het dialoogdocument gereflecteerd. Prof. Ernst Christoff Suttner, katholiek priester van de Byzantijnse ritus en specialist op het gebied van de orthodoxe theologie, schreef een gedetailleerd commentaar bij de tekst vanuit het perspectief van de orthodoxe kerken. Bescheiden tekent hij daar bij aan dat zijn bijdrage een ‘buitenpespectief’ blijft en dat het eigenlijk niet mogelijk is om van één orthodoxe standpunt in oecumenische kwesties te spreken, omdat een bindend standpunt met betrekking tot oecumene in de orthodoxie ontbreekt. Interessant zijn de historische verwijzingen in zijn commentaar naar onder

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=