Perspectief 2014-26

2014-26 11 Van verdeeldheid naar volheid? Canon kerkelijke eenheid heroverwogen prof. dr. Peter-Ben Smit Inleiding Tenminste sinds Ernst Käsemann de mening formuleerde dat de canon van het Nieuwe Testament niet zo zeer een basis biedt voor de eenheid, maar eerder een basis of zelfs legitimatie vormt voor de veelheid aan denominaties en kerken is er een controverse discussie gaande over de relatie tussen het (oecumenisch streven naar en ideaal van) de eenheid van de kerk en de bestudering van het Nieuwe Testament, 1 meer specifiek: nieuwtestamentische ecclesiologie. 2 De vraag naar de rol van de canon is daarbij steeds weer een belangrijke: er is de (voortdurende) vraag: heeft die überhaupt een rol te spelen bij de bestudering van het Nieuwe Testament, en er is de iets anders geaccentueerde vraag, die ook door Käsemann gesteld werd: wat gebeurt er, wanneer (een belangrijk deel van) de canonieke basis van de christelijke traditie nu juist op de legitimiteit van kerkelijke verdeeldheid wijst, eerder dan op he ideaal van kerkelijke eenheid? In deze bijdrage wordt een gedeeltelijk antwoord gegeven op zulke vragen, uitgaande van recent onderzoek naar de karakteristieken van canonieke teksten vanuit Deze tekst is gebaseerd op een lezing gehouden op de conferentie van de Societas Oecumenica (Budapest, 21-26 augustus 2014), het karakter van een lezing is behouden – een volledig notenapparaat is daarom niet voorhanden. 1 O.m. gepubliceerd als: Ernst Käsemann, ‚Begründet der neutestamentliche Kanon die Einheit der Kirche?,‘ in: idem, Exegetische Versuche und Besinnungen (Göttingen: Vandenhoeck & Ruprecht, 1960), 214-223. 2 Zie bijvoorbeeld invloedrijke publicaties zoals J.D.G. Dunn, Unity and diversity in the New Testament: an inquiry into the character of earliest Christianity (London: SCM Press, 1990), of Jürgen Roloff, Die Kirche im Neuen Testament (Göttingen: Vandenhoeck & Ruprecht, 1993).

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=