Perspectief 2014-23

Perspectief Dr. Marcel Gielis 68 Opvallend is dat de definitie van het bijgeloof wordt overgenomen uit de verklaring daar- over van de theologische faculteit van Parijs in 1398, die overgeleverd is in de werken van Jean Gerson. Nu was Gerson als conciliarist niet geliefd in curiale kringen en zodoende ook grotendeels onbekend; van die uitspraak van de theologische faculteit is dan ook niets terug te vinden in de Catechismus Romanus . De vragen over tovenaars en waarzeggers hebben dikwijls tot misverstanden geleid. Het gaat hier niet over heksen, zoals dikwijls gedacht wordt door bijgelovige ‘volksmensen’ zowel als door geleerde historici, maar over de beoefenaars van contramagie, die heksen aanwijzen en bestrijden. Hieruit blijkt dat de Kerk geenszins aanstuurde op de vervolging van heksen, die grotendeels een waandenk- beeld waren, maar zich wel krachtdadig keerde tegen de tovenaars, die maar al te zeer een realiteit waren. Op hen deden bijgelovige lieden, die zich het slachtoffer waanden van hekserij, een beroep. Deze tovenaars waren immers zogezegd de tegenstanders van die heksen en bestreden die met magische middelen, maar lagen daardoor dikwijls aan de basis van een heksenvervolging (zoals bv. blijkt uit het heksenproces van Kasterlee in 1565). In de uitleg van het eerste gebod in de Mechelse catechismus worden dan verder nog wel in de lijn van een laatmiddeleeuwse theoloog zoals Hendrik van Gorcum sacra- mentalia, o.a. het palmen van de akkers, verdedigd. Catechismussen in 19de en 20ste eeuw (vóór Vaticanum II) Nederlandse catechismussen (1910, 1948 en 1966) Wegens het ontbreken van een bisschoppelijke hiërarchie was ook in de Noordelijke Ne- derlanden als officiële catechismus die van de Nederlandstalige kerkprovincie van de Zuidelijke Nederlanden, de Mechelse catechismus dus, in gebruik. Zelfs toen er vanaf 1853 weer bisschoppen waren in Nederland, duurde het nog een hele tijd eer die een eigen catechismus uitvaardigden. Door de oriëntatie op Duitsland – de catechese van Joseph Deharbe, die zich kenmerkt door een driedeling, nl. geloofs-, zeden- en sacramentenleer, - verdween wel meer en meer de doorwerking van de (pre-)tridentijnse catechese; de ca- techese werd ook steeds sterker beïnvloed door de neoscholastieke theologie. In 1910 verscheen de eerste officiële eigen Nederlandse catechismus, die sterk op Deharbe geïnspireerd was. In 1948 werd door de catecheet Wim Bless op last van de bisschoppen- conferentie een herziening doorgevoerd; onder invloed van de liturgische beweging werd

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=