Perspectief 2014-23

Perspectief Dr. Theo Clemens 50 het O.L.Vrouwe College voor Utrecht. Voor het heel plaatje is het interessant te melden dat er ook een Iers en een Engels College waren. In Leuven groeide het aantal colleges eveneens. In 1602 werd het Luiks seminarie er gevestigd. In 1605 werd het Willibrordus College gesticht dat na 1629 ging functioneren als het Bossche College. De Utrechters begonnen in 1602 te Keulen met een college en kregen daar in 1614, na aankoop van een nieuw onderkomen ‘op den hogen heuvel’, gezelschap vanuit het bisdom Haarlem. In 1617 echter brachten de kanunniken van het Haarlems kapittel hun studenten over naar Leuven. Hun college staat bekend als het Hollandse College ook wel Pulcheria genoemd. In 1622 kreeg het gezelschap van het Ierse College. De Utrechters bleven aanvankelijk in Keulen, maar vertrokken vandaar in 1670/1672 en vestigden hun Hogeheuvel College in 1683 of- ficieel in Leuven. Deze opleiding, die dus uitsluitend via theologische faculteiten en daaraan gehechte eigen universitaire colleges liep, was tot het eind van de 18 e eeuw de standaard voor de Utrechtse kerkprovincie. Na 1798 wordt deze universitaire route nood- gedwongen zowel door de Utrechtse als de Mechelse kerkprovincie verlaten. Vanaf dan wordt het universitaire onderwijs een vervolgopleiding ná het seminarie-onderwijs en wor- den overal de seminaries de enige route naar het priesterschap. 19 De theologie Voor een beoordeling van het niveau van de priesteropleiding is meer werk nodig dan ik voor deze bijdrage kon leveren, maar het lijkt veilig om de theologische opleiding aan de universiteit hoger te stellen dan die op de seminaries. Er was meer en hoger gekwalificeerd personeel en het onderwijsaanbod ging veel verder dan de seminaries konden leveren. Van bijvoorbeeld de zes presidenten van het Antwerpse seminarie in de 17 e eeuw kan van twee ervan niet worden vastgesteld of ze een academische graad hadden, terwijl de ove- rige vier ‘slechts’ licentiaten waren. Het studieprogramma werd wat betreft de lessen in de H. Schrift, de moraal- en de controversetheologie ingevuld door paters jezuïeten. De pre- sident, bijgestaan door een licentiaat in de theologie [van het kapittel], verzorgde de 19 Theo Clemens, 'Een onbedoeld kind van de revolutie. Veranderingen in de opleiding van priesters voor de Rooms-Katholieke Kerk van de Noordelijke Nederlanden na 1795' in: Trajecta 3(1994) pp. 307-327.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=