Perspectief 2014-23

2014-23 De priesteropleiding in de Lage Landen sedert het concilie van Trente 43 Reag eer aan de orde gesteld worden. Daarbij zouden eigenlijk twee presidenten centraal moeten staan: Laurentius Neesen (1612-1679) en Petrus Dens (1690-1775). Zij hebben beide ge- durende veertig jaar leiding gegeven aan het seminarie en beide komt de verdienste toe het onderricht van hun tijd te hebben vastgelegd in een handboek. Elders heb ik echter al de ontstaansgeschiedenis van de op naam van Dens verschenen Theologia ad usum semi- nariorum, et sacrae theologiae alumniorum al belicht. 2 In deze bijdrage staat Neesens Universa theologia in het middelpunt. 3 Van dit werk worden achtereenvolgens de struc- tuur, de vorm, de inhoud en de theologische richting verkend om aldus een indruk te krijgen van de theologische vorming in een op de decreten van het Concilie van Trente gebaseerde instelling voor de opleiding van de rooms-katholieke geestelijkheid. Deze in- druk zal worden aangevuld met gegevens over de geestelijke vorming. De situatie vóór en ten tijde van Trente Uit de wat oudere literatuur vallen gemakkelijk allerlei mooie citaten te plukken om dui- delijk te maken dat het met de vorming van de geestelijkheid van vóór Trente allerbelabberdst gesteld was. De late Middeleeuwen en de Vroegmoderne Tijd zitten vol verhalen over geestelijken die worden voorgesteld als volstrekt analfabeet, wier Latijn een verhaspeling was van onbegrepen woorden uit de liturgie en wier kennis van de H. Schrift en de essentiële punten van het geloof nul komma nul was. Voeg daarbij dat deze lieden vooral goed waren in listen en laagheden om hun lusten te bevredigen en hun hebzucht bot te vieren, dan is meteen verklaard waarom de Reformatie zo succesvol was en dat het sindsdien nooit meer goed is gekomen met de Latijnse christenheid. 4 Of deze voorstelling juist is, laat ik in het midden. Wel wil ik aantekenen dat kritiek vaak voortkomt uit een sterke behoefte aan verandering en dat die behoefte samenhangt met fundamentele veranderingen in het Latijns christendom. Daartoe behoort in ieder geval 2 Theo Clemens, ‘Petrus Dens en de Mechelse theologie: rond de uitgavegeschiedenis van een befaamd seminariehandboek’, in: Jan Jacobs (red.), Boeken als bron: opstellen aangeboden aan dr Marcel Gielis bij gelegenheid van zijn vijfentwintigjarig dienstjubileum aan de Theologische Faculteit Tilburg 1976-2001 . Til- burg, 2001. 3 Laurentius Neesen, Universa theologia in tomos duos divisa ad mentem SS. Augustini et Thomae exposita . Coloniae Agrippinae: apud H. Demen, 1687, 2 dln in 1 bd. 4 Zie voor de problematiek A.J.A. Bijsterveld, Laverend tussen Kerk en Wereld: de pastoors in Noord-Brabant 1400-1570 (Amsterdam, 1993), p. 1-4.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=