Perspectief 2013-22

2013-22 Vernieuwing en hervorming in onze Kerken 21 R eageer contextualiseren. In een tijdspanne van drie jaar heeft dit aanzienlijke vruchten afgewor- pen. Het heeft ons zicht gegeven op de missionaire context van de Engelssprekenden in België, Luxemburg en Nederland en ons een forum geboden voor de ontwikkeling van een missionaire strategie. We hebben ook zicht gekregen op onze oecumenische relaties als basis voor een gemeenschappelijke zending, bijvoorbeeld in de Old Catholic Anglican Airport Ministry op Schiphol. Op het vlak van opvoeding en vorming zijn we de KU Leuven heel dankbaar voor het opzetten van een cursus anglicaanse studies binnen hun master- programma. Om pastorale en oecumenische redenen zijn we bezig met de vertaling in het Nederlands van de belangrijkste liturgische teksten voor eucharistie, doopsel, huwelijk en uitvaart. Deze groep is de belangrijkste schakel voor de integratie van zendingsinitiatieven in onze institutionele structuren. Ten tweede : in opvolging van de oproep in 1944 blijft het een grote uitdaging om leken te vormen voor de evangelisatie en binnen een kerkgemeenschap haar leden toe te rusten om als leerlingen van Christus in hun leven het evangelie op een efficiënte manier te ver- kondigen. Nogmaals, heel wat middelen zijn voorhanden. Die van het London Institute for Contemporary Christianity hebben mij het meest aangesproken. In verband hiermee groeit de overtuiging dat studies over de ecclesiologie het belang van de ethiek beginnen in te zien om het wezen van de Kerk te omschrijven. De missionaire situatie in West-Europa wordt naar ons aanvoelen bepaald door een materialistisch humanisme als dominante filosofie, die aangeeft hoe mensen zich dienen te gedragen. Nochtans ontleent deze filo- sofie haar moreel denkkader aan joods-christelijke bronnen. Om die reden is er een filosofisch vacuüm ontstaan waarbij de westerse moraal enkel wordt gedragen door de politieke democratie. Politici zijn meer dan ooit verantwoordelijk voor het definiëren van de morele wetten. Dit maakt dat Kerken een nog grotere verantwoordelijkheid hebben om gemeenschappen te vormen van mensen die de christelijke ethiek belichamen, mensen die zijn gevormd en gekneed door de Schrift en de liturgie en zijn getransformeerd naar de gelijkenis van Christus. 44 Christenen, gevormd naar de gelijkenis van Christus om het evangelie in woord en daad te beleven, zijn de meest effectieve en aantrekkelijke getuigen om mee samen te leven. Dat de ethiek dient te worden geïntegreerd in ons verstaan van 44 Zie: S. Hauerwas, A Community of Character; toward a constructive Christian social ethic . London, 1981; S. Wells, God’s Companions: re-imagining Christian ethics . Oxford, 2006

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=