Perspectief 2013-19

33 Het katholieke van de Kerk door mgr. dr. Gerard de Korte Begin november was ik uitgenodigd in Utrecht een lezing te houden over de katholiciteit van de Kerk. Ik werd daardoor uitgedaagd om opnieuw na te denken over de betekenis en de reikwijdte van het begrip katholiek. De christelijke gemeen- schap van de eerste eeuwen kent een veelheid aan stromingen en is derhalve veelvormig. Binnen die pluriforme christenheid ontwikkelt zich de brede katholieke geloofsgemeenschap. Bijna alle hedendaagse christenen vormen erfgenamen van dit katholicisme. In die zin zijn er rooms-katholieken, protestantse katholieken, maar ook evangelische katholieken en oosters- orthodoxe katholieken. Ik gebruik hier dus een brede definitie van katholiek naar de etymologie van het woord: algemeen en universeel. Structuurelementen Voor het antwoord op de vraag naar de inhoud van het katholieke geloof en de juiste leefwijze van een katholiek christen worden in de eerste eeuwen van de Kerk al snel drie elementen belangrijk: de kerkelijke ambten, de canon van de Schrift en de vroegchristelijke geloofsbelijdenissen. Binnen de katholieke geloofsgemeenschap vormen twee basisover- tuigingen het kloppend hart. Allereerst het geloof in de menswording van de God van Israël in Jezus Christus en daarmee verbonden het belijden van God als Vader, Zoon en Geest. Anders gezegd: het geloof in de Incarnatie en het belijden van de drie-ene God vormen het spirituele hart van het katholicisme. Katholieke orthodoxie als ‘oprechte lofprijzing’ heeft echter niet alleen te maken met vieren en belijden, maar evenzeer met het concrete leven. Centraal in het vormgeven van de juiste leefwijze staan de Tien Geboden, maar ook de Bergrede met de oproep tot overvloedige gerechtigheid. De essentie vormt het dubbelgebod van de liefde: God beminnen en de naaste als jezelf. Zo kan de navolging van Christus gestalte krijgen. Een christen is in de wereld maar niet van de wereld. Steeds weer moet mijn eigen ‘ik’ worden omgevormd door Christus. Ik moet kleiner worden, zegt Johannes de Doper, maar Christus groter. Niet ik leef, schrijft Paulus, maar Christus leeft in mij. In de geloofsbelijdenis behoort de katholiciteit tot een van de vier kenmerken van de Kerk. Het katholicisme is principieel universeel. Mensen van alle rassen en klassen; van alle tongen en talen worden uitgenodigd. De Catholica is dan ook betrokken op de gehele wereld. Gebroken lichaam In de loop der eeuwen is de Catholica helaas verdeeld geraakt. Ik denk aan de breuk tussen de Kerk van het Oosten en die van het Westen, maar ook aan de breuk binnen de westerse Kerk. De oecumenische beweging staat voor de uitdaging te werken aan het herstel van de katholieke eenheid. Voor het oecumenische gesprek over katholiciteit liggen een aantal fundamentele vragen op ons bord. Allereerst denk ik aan vragen rond macht en dienst, maar ook aan vragen rond centraal en decentraal. Voor de geloofwaardigheid van de Catholica zijn deze vragen uitermate actueel. Andere vragen betreffen het thema van ambt en wijding. Hoe verhoudt het gemeenschappelijk priesterschap van alle gedoopten zich tot het wijdingspriesterschap? Vervolgens liggen er vragen op het terrein van de sacramentaliteit in brede en meer engere zin. Welke implicatie heeft de menswording van God in Christus voor onze beleving van de werkelijkheid? Hoeveel sacramenten kent de Kerk? En heel belangrijk: wat is de betekenis van de Eucharistie of het Heilig Avondmaal voor de opbouw van de Catholica? Vanuit rooms-katholiek perspectief vormt dat een duidelijke vraag aan protestantse en evangelicale christenen. Heeft de nadruk op het Woord in de protestantse

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=