Perspectief 2012-15

Perspectief, Digitaal Oecumenisch Theologisch Tijdschrift Katholieke Vereniging voor Oecumene, nr. 15, april 2012 17 1. Er was iemand ziek, Lazarus van Betanië, het dorp van Maria en haar zuster Marta. 2. Maria was het, die de Heer had gezalfd met mirre en zijn voeten met haar haren had afgedroogd. En haar broer Lazarus was ziek. 3. De zussen dan zonden Hem bericht: Heer, zie, degene die Gij liefhebt, is ziek. Echter, Jezus blijft nog een paar dagen weg en legt ondertussen aan zijn leerlingen de betekenis uit van wat er allemaal aan het gebeuren is. Hij spreekt over ziekte, dood en leven, over de glorie van God en de verheerlijking van de Mensenzoon. En het evangelieverhaal gaat verder. 11. Zo sprak Hij en daarna zei Hij tot hen: Lazarus, onze vriend, is ingeslapen, maar Ik ga daarheen om hem uit de slaap te wekken. 12. De discipelen zeiden dan tot Hem: Heer, als hij slaapt, zal hij herstellen. 13. Maar Jezus had het bedoeld van zijn dood; zij echter meenden, dat Hij de rust van de slaap bedoelde. 14. Toen zei Jezus ronduit tot hen: Lazarus is gestorven. Jezus en de apostelen gaan dan op weg naar Bethanië en ontmoeten Lazarus’ zussen. En men spreekt uitvoerig met elkaar over verrijzenis en eeuwig leven. Dan begeven ze zich naar Lazarus’ graf, dat in de rots was uitgehouwen en waar een fikse steen voor lag. 39. Jezus zei: Neem de steen weg! Marta, de zuster van de gestorvene, zei tot Hem: Heer, er is reeds een lijklucht, want het is al de vierde dag. 40. Jezus zei tot haar: Heb Ik u niet gezegd, dat gij, indien gij gelooft, de heerlijkheid Gods zult zien? 41. Zij namen dan de steen weg. En Jezus sloeg de ogen omhoog en zei: Vader, Ik dank U, dat Gij Mij hebt verhoord. 42. Zelf wist Ik, dat Gij Mij altijd verhoort, maar ter wille van de menigte, die rondom Mij staat, heb Ik gesproken, opdat zij geloven, dat Gij Mij hebt gezonden. 43. En na dit te hebben gezegd, riep Hij met luider stem: Lazarus, kom naar buiten! 44. De gestorvene kwam naar buiten, de voeten en de handen gebonden met grafdoeken, en er was een zweetdoek om zijn gelaat gebonden. Jezus zei tot hen: Maakt hem los en laat hem heengaan. Daarmee eindigt het verhaal van Lazarus’ opwekking. Zoals God in het Scheppingsverhaal in Genesis met één machtswoord het licht schiep: ’Er zij licht! En er was licht!’, zo gebiedt Jezus in één enkele zin aan Lazarus: ‘Kom naar buiten!’ En de gestorvene komt naar buiten. Ook in de Byzantijnse liturgie wordt hier heel duidelijk een link tussen de schepping in den beginne en het opwekken van Lazarus gelegd. Zo zingt men in de Grote Completen aan de vooravond van Lazaruszaterdag: Stof met geest verbindend, o Woord van God, zo hebt Gij – door Uw Woord – een levende ziel geademd in de klei, die was genomen uit de aarde. En nu hebt Gij door datzelfde Woord uw goede vriend Lazarus doen opstaan uit de ontbinding en uit de diepten van de aarde. 30 30 De Nederlandstalige liturgische teksten zijn óf een eigen (soms vrije) vertaling óf genomen uit: Byzantijns Liturgikon , Tilburg / Zagreb, van de Johannes van Damascusgemeenschap, katholiek van de Byzantijnse ritus, in ’s-Hertogenbosch, óf uit de liturgische boeken van de Orthodoxe Kerk Nederland, Den Haag (soms met een lichte bewerking), waaruit ook het citaat van vader Adriaan afkomstig is.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=