Perspectief 2011-14

Perspectief, Digitaal Oecumenisch Theologisch Tijdschrift Katholieke Vereniging voor Oecumene, nr. 14, december 2011 37 uitgespeeld, integendeel. Maar tegelijkertijd wordt daarmee de aandacht verplaatst van het stenen bouwsel naar de plaats van ’aanbidding in Geest en waarheid’ (Johannes 4, 23). ‘De tempel’ is uiteindelijk wat er aan Jezus, ‘aan het lichaam van Jezus’, gebeurt. Dit schandaal behoort tot het hart van de tempel, omdat het bevestiging is van het Verbond, terwijl het voor het Jodendom van de ‘kliek van Jeruzalem’ natuurlijk een gruwel was. De tempel is vanaf nu de plaats van navolging als een ingaan op de uitnodiging om de Heer tot bruid te zijn, zoals die ook in het eerste Testament meermaals uit profetenwoorden klinkt. Dat huwelijk tussen de Heer en zijn mensen is niet een kwestie van offers en opvallend vertoon, maar van recht en gerechtigheid, van solidariteit, zuster- en broederschap. Dat alles moge voor kerken een aansporing zijn om zichzelf niet te verabsoluteren, maar zich blijvend bewust te zijn van hun roeping tot dienstbaarheid aan Jezus, dat eens en voor altijd gegeven Woord van de Vader. Dat was de bedoeling van wat ik schreef, niet meer, maar beslist ook niet minder. Tot slot Mij rest de beide commentatoren / recensenten, drs. Gerard Schuil en prof. Marcel Sarot, van harte te danken voor hun bijdragen. Dat mijn boek aanleiding heeft gegeven tot deze interessante gedachtewisseling doet mij veel plezier. Het boek is vooral bedoeld om oud- katholieken uit te nodigen tot reflectie over de eigen spirituele drive en deze te situeren binnen een brede oecumenische én maatschappelijke context. Het is mijn hoop dat we door de bewustwording ervan nog meer dienstbaar worden aan de kerk en aan de wereld.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=